
Naam: R.B.
Woonplaats: Amsterdam
Misschien twee jaar terug intussen, riepen de kinderen (8 en 13) “oma,oma, kom eens kijken” vanuit de voorkamer. Ik kwam in de erker van de voorkamer en zag nog net een driehoek van drie oranje ronde bollen die het dak van dit blok huizen over gingen.
Ze gingen volkomen gelijkmatig en niet echt snel. Maar gezien de grootte zoals we die zagen en aannemend dat er mensen inzaten moesten ze hoger gaan dan ze léken te gaan. Aan de tuinkant wachtten we ze weer op en zo kwam een figuur van twee driehoeken die ahw op één punt “stonden” de voorste met de “open” kant naar achteren -die erachter zat met de “open kant” (of langste “zijde” naar voren. Ik vroeg (omdat de ruimte-broeders en -zusters telepatisch met elkaar communiceren volgens wat ik heb gehoord en gelezen, innerlijk of ze met één van de in strakke formatie vliegende bollen een rondje ofzo UIT formatie kon gaan een keer. Ik vroeg het drie maal (wat onbescheiden..) en toen dééd één van de bollen dat! Een beetje vierkantig “rondje”!
Wij waren er heel blij mee en voelden ons ongewoon blij -onverwacht, net alsof ze ons heel veel licht stuurden! En dat déden ze vermoedelijk ook wel, want gewoon blij is anders. Moeilijk te omschrijven als je het niet kent.
Aan de overkant van het blok, boven de daken, daar verdwenen ze waarschijnlijk zeer versneld in de richting van onze ogen naar hun, dus op één plek werden ze snel kleiner en onzichtbaar.
Ze kunnen héél snel. Veel sneller dan wij “technische minkukels” vergeleken bij hen!
Toen zagen we oranje licht gespiegeld in de ramen aan de overkant en kwamen er nog drie.
Groet van R.