
Opgravingen bij een archeologische vindplaats in Bahrein bieden inzicht in één van de oudste beschavingen ter wereld. Er is nog maar weinig bekend over de hoogontwikkelde cultuur die in Saar woonde.
Over de vindplaats in Bahrein, waar de raadselachtige beschaving van Dilmun zou hebben geleefd, werd onlangs een conferentie gehouden in Manamah.
De nederzetting bij Saar is verdeeld in twee gebieden: een woongebied en een kerkhof waar de overledenen werden begraven, aldus hoofdarcheoloog Salman al-Mahari.
Sumerische scheppingsverhaal
Dilmun was vooral belangrijk als tussenstation in de handel op Meluhha, het land van de Indusvallei. Er bestond een uitgebreid maritiem handelsnetwerk tussen de Harappan en de Mesopotamische beschaving, ’s werelds oudste beschaving.
Dilmun wordt ook genoemd als ‘de plaats waar de zon oprijst’ en ‘het land van de levenden’ waar het Sumerische scheppingsverhaal zich afspeelde. Vanaf de tweede helft van het derde millennium voor Christus wordt uit Sumerische kleitabletten de bevestiging gevonden van uitwisselingen tussen de Indusvallei en Mesopotamië.
Rond 3500 voor Christus trok een volk zuidelijk Mesopotamië binnen. Hun herkomst staat niet vast. Zij spraken Sumerisch, een agglutinerende taal die noch Indo-Europees, noch Afro-Aziatisch is. Het verhaal van het verloren paradijs zou naar hun oervaderland verwijzen. Archeologen denken dat het eiland Dilmun bedoeld is.
“Zo’n 4000 jaar bevond deze vindplaats zich onder de grond,” zei Salman al-Mahari. “Nu er opgravingen zijn gedaan worden de bouwwerken blootgesteld aan de elementen. We hebben nog geen plannen om meer opgravingen te doen. We willen de vindplaats beschermen en onderzoeken wat we hebben opgegraven.”
Leven na de dood
Ten noorden van de vindplaats hebben archeologen bij het Qal’at al Bahrein (het fort van Bahrein) verschillende nederzettingen gevonden, waaronder drie steden uit het tijdperk van Dilmun en ook een Griekse stad.
“Het geloofssysteem hier komt sterk overeen met dat van Mesopotamië en het Oude Egypte,” zei slotbewaarder van het Qal’at al Bahrein Abdullah Hassan Yehia. “Mensen geloofden in het leven na de dood. De overledenen werden begraven met bezittingen zoals gereedschap, voedsel, goud en wapens.”
Op het eiland Bahrein zijn naar schatting 170.000 grafheuvels gevonden die een gebied van meer dan 30 vierkante kilometer bestrijken. De oudste en grootste grafheuvels, ook wel de ‘Koninklijke Graftombes’ genoemd, worden gevonden in Aali en zijn 15 meter hoog en 45 meter breed.
Terwijl het onderzoek naar de geschiedenis van Dilmun onverminderd doorgaat proberen de archeologen alles interessant te maken voor leken. “Het is een flinke uitdaging,” zei Khalifa Ahmed al-Khalifa van het Arabische Regionale Centrum voor Werelderfgoed. “Maar met de hulp van nieuwe technologie kunnen we Bahrein op de kaart zetten.”
Bron: BBC.co.uk
Gerelateerd:
- Honderden Soemerische kleitabletten in kelder WTC op 9/11
- ‘200.000 jaar oude Anunnaki-steden in Afrika’
- Uruk en Anu, vader en koning van de Anunnaki
- De reuzen van het Oude Amerika (video)
- De opkomst en de ondergang van de Nephilim
Kolonel legt in 2 minuten uit: dit is waarom Rusland het doelwit is
Kijk: Russische leger met open armen ontvangen in Lisitsjansk – ‘We hebben elke dag op jullie gewacht’
Weer een buitenaards wezen gevonden op de rode planeet: Maar waar zijn de echte marsbewoners?
‘Fascisme viert hoogtij in Nederland’: het bizarre proces rond David Icke
Topadvocaat start procedure om coronapas van tafel te vegen – ‘Ons doel: de staat op haar knieën dwingen’
Statisticus doet onderzoek naar corona en griep, en komt tot opmerkelijke conclusie
Demissionair kabinet dendert op volle kracht door, blijkt uit analyse van 4000 wetsvoorstellen
Analist: “Gladio en Israël mogelijk achter moord op Russische ambassadeur”
Bijzondere parelmoerwolken boven Argentinië