De Syrische Rode Halve Maan heeft maandag een verklaring naar buiten gebracht waarin de beweringen over een gifgasaanval in de stad Douma worden weerlegd.
Het medische personeel van de hulporganisatie heeft in de stad geen bewijs gevonden voor een chemische aanval.
De Syrische Rode Halve Maan zei dat in hun ziekenhuis in Douma zes patiënten waren binnengekomen met ademhalingsproblemen, maar die waren niet blootgesteld aan chemische stoffen.
Nergens gevonden
Het Russische ministerie van Defensie liet daarnaast weten dat de patiënten in Douma die door Russische medici waren onderzocht, geen tekenen van vergiftiging vertoonden.
De beruchte Witte Helmen, die worden gesponsord door het Westen, claimden dat de gifgasaanval heeft geleid tot vele doden en 500 gewonden. Die gewonden zijn echter nog nergens gevonden.
Geen bewijs
De Syrische Rode Halve Maan heeft gezegd dat er ook geen bewijs is voor een chloorgasaanval die op 22 januari zou hebben plaatsgevonden.
“We hebben geen bewijs dat er chemische stoffen in het gebied zijn gebruikt,” zei Seif Aldin Hobia, die al zeven jaar in het ziekenhuis van Douma werkt.
False flag
Een andere medisch specialist, Muhammad Adnan Tabazhu, zei dat er geen aanwijzingen zijn dat tussen 2012 en 2018 chemische wapens zijn gebruikt in Oost-Ghouta.
Moskou heeft berichten over de gifgasaanval bestempeld als fake news, terwijl oud-presidentskandidaat Ron Paul sprak van een false flag.
[Antiwar.com, RT]
Dit land heeft al 40 miljoen euro uitgekeerd aan mensen die schade opliepen door coronaprik
Israëlisch ziekenhuis onderzoekt effecten cannabis op coronavirus: ‘Zeer effectief’
Ernst Kuipers oppert mogelijkheid van lokale lockdowns: ‘Knettergek’
De coronapas is pas het begin – doe er niet aan mee
Fleur Agema valt Hugo de Jonge hard aan: ‘Die eeuwige vulgaire leugen!’
Wall Street-icoon Rajat Gupta de gevangenis in
Dit is al het zoveelste meisje dat in een rolstoel is beland na de baarmoederhalskankerprik
Australische spoedwet maakt uithuisplaatsing kinderen mogelijk
Snoeiharde uithaal naar ‘farizeeër’ Gert-Jan Segers: ‘In de hel zal hij branden’