De Oostenrijkse natuurwetenschapper, uitvinder, filosoof en boswachter Viktor Schauberger sprak de taal van de natuur. Dankzij zijn waarnemingsvermogen en intuïtie begreep hij hoe sterk dieren, planten, stenen, water en bodems met elkaar verbonden zijn. Schauberger was de eerste wetenschapper die begreep hoe forellen tegen watervallen kunnen opzwemmen.
Hij ontdekte dat vissen stroomopwaarts vluchten als ze ergens van schrikken. “Waarom vluchten ze niet stroomafwaarts?” vroeg hij zich af. “Dan kunnen ze toch sneller weg zijn?” In de literatuur was geen verklaring voor dit gedrag te vinden.
Schauberger kende een beek waarin een grote forel een vaste plek in de stroom had. Vijfhonderd meter stroomopwaarts van de forel liet hij zijn collega’s op een afgesproken plek 100 liter warm water in de beek stromen. De forel, die tot dat moment roerloos in de stroom had gelegen, reageerde bijna gelijk door heftig met staart en vinnen te slaan. De vis werd door het water meegesleurd en verdween stroomafwaarts uit het zicht. Het duurde enige tijd voordat de forel weer was teruggekeerd op zijn vaste stek.
Tijdens een lentenacht zat Schauberger naast een waterval. In het heldere water kon hij de bewegingen van de vissen goed volgen. Ze gingen plotseling aan de kant voor een grote forel. Aan de voet van de waterval danste het dier met grote draaiende bewegingen. Halverwege de waterval maakte hij een buiteling om vervolgens met een krachtige staartslag het laatste stuk te overwinnen. Eenmaal boven verdween de vis met rustige bewegingen stroomopwaarts. Hoe kreeg de forel dit voor elkaar?
Schauberger had de volgende verklaring: elke rivier die op een natuurlijke manier kan stromen en bewegen, bouwt een energiestroom op die tegen de waterstroomrichting ingaat. Deze energiestroom houdt de waterstroom in bedwang. Vissen gebruiken deze energiestroom als ze roerloos in de waterstroom liggen en als ze tegen watervallen opzwemmen. De energiestroom zuigt de vissen als een wervelwind opwaarts.
Volgens Schauberger verklaart deze energie ook waarom bepaalde waterplanten stroomopwaarts wijzen. Hoe meer ze stroomopwaarts wezen, hoe beter de temperatuur en de kwaliteit van het beekwater waren.
Dergelijke beken hadden vaak een bemoste bedding. Zelfs na de zwaarste stortbuien bleef het mos op de stenen zitten. Als het beekwater kan bewegen zoals het wil, verklaarde Schauberger, ondervindt het de minste wrijving met zijn bedding.
Om deze theorie te bewijzen liet Schauberger water door een rechte en door een spiraalvormige koperen buis stromen. Bij de spiraalvormige buis ondervond het water de minste weerstand. Toen hij kleurstoffen toevoegde aan het water, zag hij dat water in de rechte buis geneigd was om te gaan spiralen. Alles wees erop dat de vorm van de buis het water daarin belemmerde. Schauberger begon water als het levensbloed van de aarde te zien.
‘De QR-codes zijn de opmaat naar een totalitaire controlesamenleving’
‘Wat een smeerlapperij!’ Zo zijn Nederlanders erin geluisd
Amerikaanse vrouw ‘rook God tijdens bijna-doodervaring’
Arts wordt 12 maanden geschorst na ontmaskeren Bill Gates
Het Pentagon wil niet dat je deze documenten over biolabs in Oekraïne ziet
Minderheid bepaalt: overtuiging heeft 10 procent bevolking nodig
De EU luistert helemaal niet naar burgers en Timmermans & co moeten zich schamen. Europarlementslid haalt uit
Yogagoeroe leidt massaprotest tegen corruptie
Jim Rogers: ‘We stevenen af op de ergste financiële crisis van onze tijd’