Masoumeh Ebtekar is de eerste vrouwelijke vicepresident van Iran. Daarnaast staat ze aan het hoofd van de Iraanse milieubeschermingsorganisatie. Dat maakt haar de machtigste vrouw van het land.
In 1979 maakte de wereld kennis met haar als ‘Mary’, de Engelssprekende woordvoerster van de Iraanse studentengroep die de Amerikaanse ambassade in Teheran binnendrong en 52 Amerikanen gijzelde.
Zesendertig jaar na de gijzelingscrisis zegt Ebtekar dat de Iraanse samenleving openstaat voor dialoog en begrip heeft voor het Amerikaanse volk, maar dat er wantrouwen heerst tegenover de Amerikaanse overheid, met name over de oorlog die zij voert tegen de militante groep ISIS.
“Er is denk ik veel scepsis over de rol van de Verenigde Staten bij het bestrijden van ISIS, omdat de steun die ze in eerste instantie boden aan ISIS in Syrië ervoor zorgde dat de groep sterker werd. En er zijn ook andere redenen om aan te nemen dat deze groep niet echt is, maar opgezet of gecreëerd door een bepaalde inlichtingendienst,” zei Ebtekar, waarbij ze waarschijnlijk doelde op de CIA.
Ebtekar zei tijdens een interview met ABC News in Teheran dat er bewustzijn moet worden gecreëerd over ‘het ware gezicht van de islam’ om de ideologie van ISIS te bestrijden.
[Yahoo]
Pentagon deed onderzoek naar warp drive, manipulatie van extra dimensies en antizwaartekracht. Deze documenten bewijzen het
Beursanalist zet RIVM te kijk: ‘Alle cijfers in het rood? Het gaat helemaal niet slecht’
Geo-engineering: Wetenschappers willen binnen 3 jaar op grote schaal deeltjes verspreiden in atmosfeer
Wat zit er achter het energieweerbericht met daarin ‘gunstige tijdstippen’ voor stroomgebruik?
Nobelprijswinnaar snoeihard: ‘Nederland zet record voor slechtste corona-aanpak ooit’
Prof. Capel waarschuwt voor gevolgen van prikkie: ‘We gaan geen vreugdevolle tijd tegemoet’
Graaigajes: “Bankiers zijn de aasgieren van het casinokapitalisme geworden”
10 plekken die minstens zo mysterieus zijn als de Bermudadriehoek
Duitse arts opgepakt bij groot coronaprotest in Londen: ‘Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?’