Kijk: Rutte spreekt zichzelf tegen over de avondklok

Help anderen door dit met je kennissen op je socials te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Op 21 januari ging premier Rutte in de Tweede Kamer in op vragen die waren gesteld over het tijdstip van de avondklok. “Het moet effectief zijn. Wat het OMT zegt, is: wil je dit effectief laten zijn, dan moet dit ergens in het tijdsslot tussen 20.00 uur en 21.00 uur aanvangen. Als je het op na 21.00 uur gaat zetten, dan neemt het enorm af in effectiviteit, plus het feit dat dan ook de proportionaliteitsvraag op tafel komt,” zei Rutte toen.

“Dat is even het eerlijke antwoord, dat het in die bandbreedte zou moeten gebeuren. Dus het kan iets eerder beginnen en ietsjes later zou ook kunnen, maar het moet tussen 20.00 uur en 21.00 uur plaatsvinden; daar moeten we gewoon eerlijk over zijn,” voegde de premier toe.

Deze week werd bekend dat de avondklok vanaf volgende week woensdag een uur later ingaat in verband met de ramadan en zomertijd. Dinsdag zei Rutte hierover tijdens de persconferentie: “Concreet betekent dit dat de avondklok vanaf woensdag 31 maart geldt van 10 uur ’s avonds tot half vijf ’s ochtends.”

Bestuurlijke afweging

Als de effectiviteit van de avondklok volgens de premier enorm afneemt als je hem na 21.00 uur laat ingaan, waarom blijft hij dan van kracht? Volgens Rutte houdt dit inderdaad in dat de maatregel minder effect gaat zijn, ‘maar het is nog steeds effectief’. Hij had het over een bestuurlijke afweging, namelijk: “Wat is epidemiologisch het prettigst versus wat is in de handhaafbaarheid verstandig?” De verminderde effectiviteit van de avondklok valt volgens de premier ‘niet in cijfers uit te drukken’.

En deze man kreeg 1.988.651 stemmen. Dat betekent dat 1 op de 5 mensen in het stemhokje het vakje Rutte rood inkleurde.

Lees meer over:
avondklok OMT Rutte