Het Complot

De geschiedenis van het wereldimperium van Rockefeller

Help door dit met kennissen op je social media te delen!
Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Deze week is een onthullend artikel in het Amerikaanse literaire tijdschrift n+1 verschenen over het wereldimperium van Rockefeller, Ford en Carnegie.

Toen Franklin Delano Roosevelt in 1933 president van de Verenigde Staten werd, beschikte hij over de grootste economie ter wereld, een overvloed aan grondstoffen en stond weinig de centrale regering in de weg.

---Lees verder na dit advertentieblokje---
https://www.ninefornews.nl/wp-content/uploads/2024/04/uwonvrede.nl_-1.png

Het land nam pas laat deel aan de Eerste Wereldoorlog en trok zich gelijk na het einde terug door te weigeren lid te worden van de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties.

Hoe een dergelijke onderontwikkelde regering het machtigste land ter wereld zou gaan aansturen is een mysterie. Inderjeet Parmar legt het haarfijn uit in zijn boek Foundations of the American Century: The Ford, Carnegie and Rockefeller Foundations in the Rise of American Power.

In de twintigste eeuw, zo betoogt Parmar, werd de zwakke regering aangesterkt door stichtingen die vele functies van de overheid overnamen. Ongekozen en onzichtbare partijen sluisden miljarden dollars door naar de federale regering om de Verenigde Staten te veranderen in een wereldmacht.

Schaduwregering

Deze stichtingen waren immuun voor democratische politiek en fungeerden als een schaduwregering. Ze implementeerden de doelen die C. Wright Mills de ‘machtselite’ noemde, de mannen die het ene moment bestuurslid waren van een grote corporatie en het andere de rol van hooggeplaatste overheidsfunctionaris vertolkten in of rond het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Deze mannen hadden veel geld, meer dan ze konden uitgeven. De drie fundamenten van de Amerikaanse wereldmacht vormden Rockefeller, Carnegie en Ford. Zij hadden immense hoeveelheden geld verdiend in de olie-, staal- en auto-industrie. De oprichting van deze filantropische instituten was in feite een pr-strategie. John D. Rockefeller en Andrew Carnegie, nog altijd de twee rijkste mensen in de geschiedenis, lagen onder vuur in de media. Henry Ford, de op zes na rijkste ter wereld, kreeg vanaf 1932 ook veel kritiek te verduren vanwege zijn optreden. Edmund Wilson noemde hem ook wel de ‘despoot van Dearborn’. Nadat Ford in 1947 stierf werd vrijwel alle winst van het bedrijf, één van de grootste op aarde, naar de Ford Foundation overgemaakt.

Het stichtingsbestuur bestond uit een kleine groep blanke, protestante mannen die in hetzelfde milieu waren opgegroeid, aan dezelfde universiteiten studeerden (Harvard, Princeton, Yale) en lid waren van dezelfde sociale clubs. Ze dachten hetzelfde, ze deelden hetzelfde wereldbeeld en ze werkten sneller dan gekozen politici.

Ford, Carnegie en Rockefeller waren op zoek naar technocratische orde: een sterke federale regering, een groep experts die klaarstond om de overheid aan te sturen en een brave bevolking die welwillend zou volgen.

Ford krijgt Soekarno in het vizier

De grootste onthulling die Parmar doet heeft te maken met het werk van de Ford Foundation in Indonesië. In de zestiger jaren financierde Ford een netwerk van sociale wetenschappers en economen aan de Universiteit van Indonesië die na goedkeuring van Ford zouden deelnemen aan een campagne om de gekozen linkse premier Soekarno af te zetten.

De experts van Ford schoten de rivaal van Soekarno, generaal Soeharto, te hulp. Hij kreeg langzaam de controle over de gehele regering en regeerde het land drie decennia lang op een corrupte, autocratische manier. Een half miljoen tegenstanders moesten het met de dood bekopen. Ford was hiervan op de hoogte, maar bleef geld sturen. Veel experts van Ford werden zelfs onderdeel van het regime van Soeharto.

In die tijd stond McGeorge Bundy bij Ford aan het roer. Kort daarvoor was hij nog Nationaal Veiligheidsadviseur onder president Johnson en Kennedy. Ook was hij de architect van de Vietnamoorlog. Hij had er dan ook geen problemen mee om flink huis te houden in Indonesië.

Politieke agenda

Terwijl de overheid militaire ondersteuning bood, vormden de drie stichtingen een netwerk van experts, de ‘juiste’ experts die voor de ‘juiste’ regering zouden werken. Op zeer subtiele wijze konden de stichtingen de universiteiten beïnvloeden met hun politieke agenda.

Terwijl de stichtingen experts voor hun karretje spanden begonnen ze ook buitenlandse onderzoekers te financieren. Buitenlandse studenten werden met giften naar de VS gelokt om zich in te schrijven voor bepaalde studies. Eén van die studies werd gegeven aan Harvard en gefinancierd door Ford en de CIA. De studie moest een ‘spirituele band tussen de jongere generatie van Europese en Amerikaanse waarden bewerkstelligen’.

Europese intellectuelen werden naar Cambridge overgevlogen om filosofische aspecten van de Amerikaanse democratie en vrijheid te bespreken met Henry Kissinger. Ze kregen ’s avonds college van de neoconservatieve denker James Burnham. “Jouw propaganda is de beste propaganda, omdat het geen propaganda is,” sprak één van de studenten treffend.

Rockefeller en Ford helpen Pinochet in het zadel

De grote stichtingen gingen ook partnerschappen aan met universiteiten in ontwikkelingslanden. Geld stuurde de experts in de VS net in de juiste richting, maar had in arme landen overweldigend effect. In Chili investeerden Ford en Rockefeller samen met het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in de vijftiger jaren veel geld in economen om de publieke opinie over de VS te beïnvloeden.

Toen Augusto Pinochet in 1973 de democratisch gekozen president van Chili Salvador Allende afzette, kwamen economen van Ford en Rockefeller snel in actie om ministerposten te vervullen en de centrale bank over te nemen. Vrije marktdenkers Milton Friedman en Friedrich von Hayek haastten zich naar Santiago om hun oud-studenten van de Universiteit van Chicago te helpen.

Onder leiding van deze ‘Chicago Boys’ privatiseerde Pinochet openbare goederen, gaf hij grote corporaties toegang tot de natuurlijke hulpbronnen, verwijderde hij handelsbarrières en ontmantelde hij het sociale zekerheidsstelsel.

Overlappend netwerk

Sinds de Koude Oorlog is het Amerikaanse buitenlandbeleid gebaseerd op de theorie dat nationale zekerheid het beste kan worden beschermd door te globaliseren omdat marktdemocratieën zelden oorlog met elkaar voeren, zo stelt Parmar. Deze theorie werd voor het eerst voorgesteld door Michael Doyle, gefinancierd door de Ford Foundation. De theorie is sindsdien verder ontwikkeld door het Princeton Project on National Security, een denktank van 400 onderzoekers die wordt betaald door Ford en Carnegie. Vicepresident Joe Biden heeft nauwe banden met het Princeton Project en de regering-Obama lijkt het model tot dusver te volgen.

Het stichtingsbestuur van de grote drie accepteert sinds de zeventiger jaren ook vrouwen en etnische minderheden. In de Verenigde Staten opereren momenteel zo’n 50.000 zogenaamde liefdadigheidsorganisaties. Ze zijn samen goed voor 300 miljard dollar. Europese, Japanse en Australische stichtingen schoten als paddenstoelen uit de grond zodat een overlappend, overweldigend wereldwijd netwerk is ontstaan van donoren, bestuursleden en experts.

Wil van de banken, en Bill Gates, is wet

Hoewel het aantal Amerikaanse stichtingen is verveelvoudigd, zijn de rijkste nog altijd de machtigste. Veel rijke donoren, zoals Bill Gates, behoren tot de rijkste mensen op de planeet.

Afgelopen september was de meest krachtige aanval in tientallen jaren op de ongelijke verdeling tussen arm en rijk niet afkomstig uit de wereld van filantropen, maar uit een park in Manhattan waar zich een groep activisten in tenten had verschanst. De Occupy-beweging kon in eerste instantie rekenen op brede steun en leek even door de politieke impasse te gaan breken. Al snel werd duidelijk dat veel medewerkers van al die duizenden stichtingen niet konden deelnemen aan de beweging om de doodeenvoudige reden dat ze werden gefinancierd door de banken die het doelwit waren.

De NYPD krijgt bijvoorbeeld niet alleen geld van de stad New York, maar ook van de New York City Police Foundation. Het stichtingsbestuur bestaat uit zwaargewichten uit de woningbouw, mediawereld, politiek, het bankwezen en de gezondheidszorg, waaronder een oud-binnenlandse veiligheidsadviseur onder George W. Bush en Ivanka Trump.

De New York City Police Foundation wordt met name gefinancierd door Barclays, Goldman Sachs en JPMorgan Chase, de zakenbank die de stichting slechts enkele maanden voor de protesten ter waarde van 4,6 miljoen dollar aan donaties, laptops en software gaf.

De politie is afhankelijk van een private stichting en zo krijg je een situatie zonder enige vorm van transparantie en toezicht op de financiering van overheidsoperaties.

Bron: Nplusonemag.com

Gerelateerd:

 

0 0 stemmen
Beoordeel dit artikel

Interessant

Vond je dit artikel goed?
Klik hieronder en deel het op je Socials!
+
Meld je aan op onze gratis PUSH meldingen
Aanmelden
?
+
Volg ons op ons gratis Telegram kanaal
Volg Ons
?
+
Steun ons met een vrijwillige bijdrage
Doneer
?

Robin de Boer

Robin de Boer (1983) heeft Economische Geografie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is sinds juni 2014 werkzaam als hoofdredacteur van NineForNews.
guest

18 Reacties
Oudste
Nieuwste Meeste stemmen
Inline Reacties
Alle reacties zien
adriaan
adriaan
11 jaren geleden

We zitten er allemaal aan vast.Je bent medeplichtig als je belasting betaald.

Luca van Dinter
Luca van Dinter
11 jaren geleden

In Nederland gebeurt op kleinere schaal hetzelfde via informele ontmoetingen van Bilderbergleden, maar ook via bijvoorbeeld Common Purpose, wat wijdvertakt in de politiek haar tentakels heeft.

Omdat Duisternis niet kan bestaan waar Licht is, kan (is?) het Vrije Mensconcept hierop een vreedzaam antwoord om harmonieuze krachten te bundelen.
http://www.ikclaimmijnnaam.nl

Luca van Dinter
Luca van Dinter
11 jaren geleden

@ Adriaan:
Mag ik jouw reactie enigszins nuanceren door te stellen dat alleen staatsburgers hier aan “vast” zitten?
Plus dat het belasting betalen voor wegen, onderwijs, natuurbeheer, enz. natuurlijk nog niet medeplichtig maakt aan de geheime agenda van “volksvertegenwoordigers”, Bilderbergers en anderen die zich (onbewust) lenen voor duistere krachten.

roy
roy
11 jaren geleden

[quote name=”adriaan”]We zitten er allemaal aan vast.Je bent medeplichtig als je belasting betaald.[/quote]

BEn ik niet egt met tje eens, We worden jusit gedwongen om te betallen anders krijg je mot. niemand staat natuurlijk te wachten dat jou huis word leeg gehaalt,zoals het geval bij mijn moeders huis , we zijn geen medeplichtege maar slachtovers.

Back to top button
18
0
We lezen graag je reactie!x