Twee belangrijke misverstanden over voedingssupplementen

Help ons door deze informatie met iederen die je kent op je socials te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Twee belangrijke misverstanden over voedingssupplementen

Voedingssupplementen zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Ze liggen in de supermarkt, bij de drogist en in webshops, en we slikken ze voor meer energie, een beter immuunsysteem of simpelweg om gezond  te blijven. Het aanbod is enorm. Maar ondanks hun populariteit bestaan er nog altijd veel misverstanden.

Twee daarvan springen eruit — en zijn belangrijk genoeg om recht te zetten. Eerst even: wat voor soorten supplementen zijn er eigenlijk? Voedingssupplementen zijn grofweg in drie groepen in te delen.

---Lees verder na dit advertentieblokje---

Groep 1

De eerste groep bestaat uit de essentiële voedingsstoffen. Dit zijn stoffen die je lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren, maar die het niet zelf aanmaakt. Deze stoffen zijn bij bijna iedereen wel bekend: vitamines, mineralen, essentiële vetzuren en essentiële aminozuren.

Meestal krijg je deze voldoende binnen door de Schijf van Vijf te volgen of als je uit jezelf gevarieerd eet; supplementen uit deze groep zijn dan niet nodig. Krijg je deze stoffen niet genoeg binnen, dan zouden ze in principe met supplementen aangevuld moeten worden. Het beste voorbeeld hiervan kent iedereen wel: de multivitaminetabletten.

Groep 2

Een tweede, kleine groep voedingssupplementen bestaat uit lichaamseigen stoffen. Dat zijn stoffen die je lichaam zelf aanmaakt én nodig heeft om goed te functioneren. In een gezond lichaam worden ze meestal in voldoende hoeveelheden geproduceerd; supplementen uit deze groep zijn dan niet nodig.

Maar als de aanmaak tekortschiet—door bijvoorbeeld stress, leeftijd, voeding of leefomstandigheden, dan kan aanvulling met een supplement belangrijk of zelfs noodzakelijk zijn. Een goed voorbeeld hiervan is vitamine D. Ons lichaam kan dit zelf aanmaken met behulp van zonlicht, en het is essentieel voor sterke botten en een goed werkend immuunsysteem. Bij een tekort aan vitamine D is aanvulling vaak noodzakelijk via bepaalde voeding of voedingssupplementen.

Groep 3

De derde groep is verreweg de grootste en omvat alle overige voedingssupplementen. Dit zijn allemaal lichaamsvreemde stoffen: stoffen die niet van nature in het menselijk lichaam voorkomen. Een goed voorbeeld hiervan is valeriaan. Veel mensen kennen dit als een natuurlijk rustgevend middel. Maar valeriaan is geen stof die ons lichaam zelf aanmaakt. Het is een stof uit een plant die ‘toevallig’ een gunstige werking kan hebben. Een tekort aan valeriaan is op zich geen probleem, je lichaam heeft het niet nodig.

Het eerste misverstand: omega 3-vetzuren

Het eerste misverstand betreft een voedingsstof uit de eerste groep: essentiële vetzuren. Je hebt vast en zeker vaker gehoord dat omega 3-vetzuren belangrijk zijn, en dat ze vooral in vette vis zitten. Je hebt waarschijnlijk ook gehoord over de aanbevolen hoeveelheden en het advies om minimaal één keer per week vette vis te eten—vooral zalm, haring, makreel en sardines. Tonijn telt in mindere mate mee. Helaas tellen kibbeling, lekkerbekjes en vissticks helemaal niet mee. En dat is precies waar het vaak misgaat.

Velen denken dat omega 3 dan wel belangrijk is, maar niet onmisbaar. Dat is een vrij ernstig misverstand als je geen vis eet. Omega 3-vetzuren zijn namelijk niet belangrijk—ze zijn letterlijk essentieel voor een goed werkend lichaam. En woorden als ‘advies’ en ‘aanbevelingen’ helpen ook niet echt mee om de noodzaak duidelijk te maken.

Praktisch gezien kun je deze voedingsstoffen alleen voldoende binnenkrijgen door regelmatig vette vis te eten. Tegen de flinke groep mensen die geen (of heel weinig) vette vis eet, en daarvoor in de plaats ook géén omega 3-supplement neemt, durven wij wel duidelijk te zijn: begin met het regelmatig eten van vette vis of ga naar de drogist en haal een visolie- of algenolie-supplement!

Je hebt omega 3 nodig voor de normale werking van het hart, de instandhouding van de normale hersenfunctie, het normale gezichtsvermogen en de instandhouding van een normale bloeddruk*.

* Bij dagdoseringen van 250 mg EPA + DHA voor hart; 250 mg DHA voor hersenen en zicht; 3 g EPA + DHA voor bloeddruk; maximaal 5 g per dag.

Het tweede misverstand: CBD

En dan is er CBD, een stof uit de hennepplant. Vaak wordt nog gedacht dat dit een voedingssupplement uit de laatste groep is: een lichaamsvreemde stof die toevallig een gunstige werking kan hebben. Maar CBD werkt op een manier die meer lichaamseigen is dan je misschien denkt—het zit ergens tussen de groepen in.

CBD, ofwel cannabidiol, is een cannabinoïde die van nature voorkomt in hennep. Wat het bijzonder maakt, is hoe het samenwerkt met ons lichaam, specifiek met het endocannabinoïdesysteem (ECS). Het ECS is een complex netwerk dat nauw verbonden is met je immuunsysteem, en feitelijk met elk van de 11 hoofdsystemen in je lichaam—zoals je zenuwstelsel, spierstelsel, spijsverteringsstelsel en je huid.

Het helpt om de balans in ons lichaam te bewaren—denk aan processen zoals stemming, pijnbeleving, slaap, immuunreacties, spijsvertering en celvernieuwing.

Ons lichaam produceert zelf stoffen, endocannabinoïden, om dit systeem draaiende te houden.
CBD wordt niet door ons lichaam gemaakt, maar het ECS herkent het wel. Dat maakt CBD uniek: het is geen volledig lichaamsvreemde stof zoals alle overige voedingssupplementen uit de derde groep.

Steeds meer mensen ontdekken CBD-olie. Het grote nadeel is echter de prijs; CBD behoort tot de duurste voedingssupplementen op de markt.

Maar gelukkig is CBD-olie de laatste tijd een stuk betaalbaarder geworden met de komst van een Nederlandse discounter die topkwaliteit CBD-olie levert tegen prijzen die tot wel 80% lager liggen dan die van andere merken. Je vindt hun website hier.

Lees meer over: