Het Complot

Wat de afschaffing van de dividendbelasting en steun aan jihadisten te maken hebben met de macht van vrijmetselaars en andere geheime genootschappen

Help door dit artikel met je kennissen op je social netwerk te delen!
Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Door econoom Rein de Vries: Na de openbaringen in de MSM over hulp aan jihadisten in Syrië en de collaboratie tussen het kabinet en Unilever/Shell op het vlak van de afschaffing van de dividendbelasting vraagt zelfs de meest doorgewinterde NRC-wegkijker zich nu af hoe het zo kan zijn dat dit gebeurt.

Wat verder niet geconstateerd wordt is het feit dat in de alternatieve media al jaren bekend is dat het Westen de jihadisten (lees IS) steunt. De juiste vraag die men dan ook zou moeten stellen is waarom dit nu pas naar buiten komt? Terwijl we eerder door het NOS Journaal en Nieuwsuur continu voorgelogen zijn dat we alleen de zogenaamde “gematigde rebel” in Syrië steunden. Een andere vraag zou kunnen zijn welke landen nog meer steun verlenen aan IS en wat daar het werkelijke doel van is. In hoeverre creëren wij het probleem dat we zeggen te bestrijden? In hoeverre maken wij een land kapot waarna het gevolg is dat Europa zelf overspoeld wordt met extremisten? Waarom gebeurt dit?

---Lees verder na dit advertentieblokje---
https://www.ninefornews.nl/wp-content/uploads/2024/02/bezwaarmaker.png

Op het vlak van de afschaffing van de dividendbelasting voor de multinationals Unilever en Shell is weer erg veel gelogen tegen het volk door het zittende kabinet. Waarom stond dit standpunt in geen enkel politiek programma voor de verkiezingen? Hoe kan het dan toch zo zijn dat dit er bij de formatie doorheen komt in onze toch schijnbaar open en eerlijke democratie? Hoe kan het zo zijn dat Rutte het zich allemaal “niet zo goed herinnert” hoe dat gegaan is terwijl hier al jaren aan gewerkt wordt achter de schermen?

Het zijn een heleboel vragen waar dringend een antwoord op moet komen, als we werkelijk in een open en eerlijke democratie leven. Dit zal hoogstwaarschijnlijk echter niet gebeuren aangezien de affaire Syrië staatsgeheim is verklaard en de afschaffing van de dividendbelasting door andere affaires uit het zicht verdwijnt. De burger blijft wederom achter met het gevoel besodemieterd te worden waar die bij staat. Ons belastinggeld wordt steeds vaker verkwist aan zaken die het licht niet kunnen verdragen terwijl de zorg en het onderwijs, iets waar het volk werkelijk wat aan heeft, achteruit hollen.

Het boek dat ik geschreven heb laat zien hoe we op dit punt in de geschiedenis als samenleving hebben kunnen komen. De trip down the rabbit hole is diep en niet voor iedereen weggelegd. Je leeft als het ware in de Matrix, terwijl 95% van de mensen dat niet doorheeft, en jij de gekke Henkie bent, het aluhoedje, of conspiracy theorist. Het boek beslaat het gehele spectrum van 9/11 tot centrale banken, van oorlog tot financiële crisis en het hoe en waarom erachter. Hieronder zal ik een stukje delen uit het boek over John F. Kennedy dat alvast een verder inzicht geeft. Het boek heet trouwens Revolutie door Schuld.

John F. Kennedy

Na Eisenhower kwam John F. Kennedy (JFK) in 1961 aan de macht als president van de VS. Hij won nipt de verkiezingen van Nixon. JFK was de zoon van Joseph Kennedy, een insider die veel in contact stond met de internationale bankiers en vooral in de jaren twintig en dertig z’n slag kon slaan door zijn voorkennis van de agenda van de Fed. Zijn vermogen was vlak voor de beurskrach in 1929 zo’n 4 miljoen dollar, terwijl het in 1935 was gestegen naar 180 miljoen dollar. Joseph Kennedy stond bekend als iemand die handel met voorkennis niet schuwde. Hij verkocht precies voor de krach van oktober 1929 zijn aandelen en ging op dat moment ook nog eens short, waarmee hij speculeerde op een beursdaling. Ondanks of dankzij zijn schimmige verleden als investeerder was hij ambassadeur van de VS in Londen van 1938 tot 1940. In de aanloop naar WOII was dat een zeer belangrijke positie. Hij mocht ondanks zijn verleden de beurswaakhond SEC voorzitten in 1934-1935.

Joseph Kennedy leek zich in aanloop naar WOII meer te distantiëren van de elite en moest zijn ambassadeurschap in Londen opgeven omdat hij kritisch was over de noodzaak van de aanstaande oorlog en hij ook niet afwijzend genoeg stond tegenover Duitsland. Hij probeerde ontmoetingen met Adolf Hitler te regelen in 1938 en 1940 zonder toestemming van zijn regering. De ontmoetingen zouden niet plaatsvinden. Zijn wil om een betere verstandhouding tussen Duitsland en de VS te bewerkstelligen werd niet gewaardeerd en het versterkte hem in zijn gedachte dat de oorlog voorbestemd was, niet om de democratie te redden, maar voor de doeleinden van de elite. Hij steunde de appeasement-politiek van Chamberlain en was tegen hulp vanuit de VS aan Groot-Brittannië.

Dit in tegenstelling tot zijn zoon John, de latere president, die het in die tijd noodzakelijk vond dat Hitler beteugeld werd. Volgens Kennedy Sr. was er geen democratie in Engeland en wellicht ook niet in Amerika. Hij zei in een interview op 10 November 1940 in de Boston Sunday Globe:

“Democracy is finished in England. It may be here.”

Kennedy Sr. stond zeer kritisch tegenover bepaalde joodse elementen in de samenleving. Hij zou tegen journalist Joe Dinneen hebben gezegd:

“It is true that I have a low opinion of some Jews in public office and in private life. That does not mean that I… believe they should be wiped off the face of the Earth… Jews who take an unfair advantage of the fact that theirs is a persecuted race do not help much…”

John F. Kennedy kwam uit een familie die uit ervaring wist hoe verwikkeld politiek en elite op het allerhoogste niveau zijn. Zijn minister van Buitenlandse Zaken was Dean Rusk, die daarvoor 9 jaar voorzitter van de Rockefeller Foundation was. Daarnaast zaten er opnieuw veel leden van de CFR in zijn kabinet. Bij zijn aantreden kreeg JFK al snel te maken met een erfenis van Eisenhower: de plannen om een invasie te beginnen op Cuba door anti-Castro Cubanen onder leiding van de CIA. Cuba was na een jarenlange guerrillastrijd onder leiding van Fidel Castro en Che Guevara communistisch geworden. Amerika zag haar invloed en macht op het eiland direct teniet gedaan worden; alle casino’s sloten en multinationals moesten het eiland verlaten. Op maar zo’n 100 kilometer afstand van Florida was dit behoorlijk vernederend voor de VS.

De invasie van de Cubaanse Varkensbaai liep op een totaal fiasco uit voor de autoriteiten. Kennedy was van tevoren door zijn staf op de hoogte gebracht van de onder Eisenhower geplande invasie, en besloot dit plan door te zetten ondanks dat hij niet alle details kende. De CIA bezweerde hem dat de Cubanen de invasie zouden steunen, maar toen dat niet het geval bleek te zijn wilde Kennedy niet het Amerikaanse leger inzetten wat de CIA wel verlangde. Zonder de ruggensteun van het Amerikaanse leger was de gecreëerde Cubaanse opstand gedoemd te mislukken.

De complete mislukking zette Kennedy te kijk en hij raakte gebrouilleerd met de CIA. Kennedy voelde dat hij expres op het verkeerde been was gezet om het leger in te zetten. De directeur van de CIA, Allen W. Dulles, werd door Kennedy ontslagen en hij zou de macht van de CIA inperken. Kennedy maakte zich grote zorgen over de macht van de CIA omdat de veiligheidsdienst niet meer te controleren was. De regie over de paramilitaire activiteiten van de CIA kwam onder druk van Kennedy terug in handen van de zittende president, zodat eenzelfde fiasco niet nog een keer zou kunnen gebeuren. Kennedy had machtige vijanden gemaakt.

“When he [David Rockefeller], or any other influential member of the CFR, decides to take a hand in a policy or program within the cognizance of CFR, he will not act through the organization, but as leader of a sort of float ad hoc coalition with other influential members having similar objectives. The policy-making members use CFR as an instrument rather than as an organization. It has proven to be a tool of great value, especially for propagandizing.

Once the ruling members of the CFR have decided that the U.S. Government should adopt a particular policy, the very substantial research facilities of CFR are put to work to develop arguments, intellectual and emotional, to support the new policy, and to confound and discredit, intellectually and politically, any opposition. The most articulate theoreticians and ideologists prepare related articles, aided by the research, to sell the new policy and to make it appear inevitable and irresistible. By following the evolution of this propaganda in the most prestigious scholarly journal in the world, Foreign Affairs, anyone can determine years in advance what the future defense and foreign policies of the United States will be. If a certain proposition is repeated often enough in that journal, then the U.S. Administration in power–be it Republican or Democratic–begins to act as if that proposition or assumption were an established fact.”

Admiral Chester Ward, was 16 jaar lid van de Council on Foreign Relations en klapte uit de school in zijn boek “Kissinger on the Couch”, pag. 151

In juli 1961 hield Kennedy een toespraak waarin hij aankondigde 3,25 miljard dollar extra aan het defensiebudget toe te voegen naast het trainen van 200.000 extra troepen. Kennedy zou de eerste president worden die een overheidsbudget had van meer dan 100 miljard dollar per jaar, 35% hiervan ging naar defensie. Ter illustratie: dat budget is nu ongeveer 3.800 miljard dollar per jaar, waarvan zo’n 15% naar defensie gaat.

JFK leek, net als zijn vader, in de loop van zijn carrière een denkomslag te maken. De elite had haar positie in de VS versterkt door leden van de CFR steeds meer functies te laten bekleden bij de nieuw te vormen kabinetten. Robert S. McNamara was een CFR-lid en zou Kennedy’s minister van Defensie worden. McNamara had bij Ford gewerkt. Hij werd daar in 1960 bestuursvoorzitter maar zou die positie al snel verruilen voor het ministerschap. In april 1961, anderhalve week na het fiasco in de Varkensbaai, hield Kennedy een toespraak voor de American Newspaper Publishers Association waarin hij communisme en geheime genootschappen sterk veroordeelde. Hij benadrukte hierin het belang van een onafhankelijke en objectieve pers. De toespraak is belangrijk omdat Kennedy erin aangaf welke gevaren een samenleving zou lopen wanneer vrijheid plaats zou moeten maken voor veiligheid. Het communisme werd door hem als voorbeeld gebruikt terwijl de in de VS actieve geheime genootschappen de toespraak als een indirecte waarschuwing van Kennedy konden zien.

“The very word “secrecy” is repugnant in a free and open society; and we are as a people inherently and historically opposed to secret societies, to secret oaths and to secret proceedings. We decided long ago that the dangers of excessive and unwarranted concealment of pertinent facts far outweighed the dangers which are cited to justify it. Even today, there is little value in opposing the threat of a closed society by imitating its arbitrary restrictions. Even today, there is little value in insuring the survival of our nation if our traditions do not survive with it. And there is very grave danger that an announced need for increased security will be seized upon by those anxious to expand its meaning to the very limits of official censorship and concealment. That I do not intend to permit to the extent that it is in my control. And no official of my Administration, whether his rank is high or low, civilian or military, should interpret my words here tonight as an excuse to censor the news, to stifle dissent, to cover up our mistakes or to withhold from the press and the public the facts they deserve to know.

For we are opposed around the world by a monolithic and ruthless conspiracy that relies primarily on covert means for expanding its sphere of influence–on infiltration instead of invasion, on subversion instead of elections, on intimidation instead of free choice, on guerrillas by night instead of armies by day. It is a system which has conscripted vast human and material resources into the building of a tightly knit, highly efficient machine that combines military, diplomatic, intelligence, economic, scientific and political operations.

Its preparations are concealed, not published. Its mistakes are buried, not headlined. Its dissenters are silenced, not praised. No expenditure is questioned, no rumor is printed, no secret is revealed. It conducts the Cold War, in short, with a war-time discipline no democracy would ever hope or wish to match.

Without debate, without criticism, no Administration and no country can succeed–and no republic can survive. That is why the Athenian lawmaker Solon decreed it a crime for any citizen to shrink from controversy. And that is why our press was protected by the First Amendment– the only business in America specifically protected by the Constitution- -not primarily to amuse and entertain, not to emphasize the trivial and the sentimental, not to simply “give the public what it wants”–but to inform, to arouse, to reflect, to state our dangers and our opportunities, to indicate our crises and our choices, to lead, mold, educate and sometimes even anger public opinion.

This means greater coverage and analysis of international news–for it is no longer far away and foreign but close at hand and local. It means greater attention to improved understanding of the news as well as improved transmission. And it means, finally, that government at all levels, must meet its obligation to provide you with the fullest possible information outside the narrowest limits of national security–and we intend to do it.

And so it is to the printing press–to the recorder of man’s deeds, the keeper of his conscience, the courier of his news–that we look for strength and assistance, confident that with your help man will be what he was born to be: free and independent.”

John F. Kennedy, toespraak voor de American Newspaper Publishers Association, New York, 27 april 1961

McNamara werd geadviseerd door de Joint Chiefs of Staff, die voorgezeten werd door Generaal Lyman Lemnitzer en onderdeel uitmaakte van het departement voor Defensie. Lemnitzer zou in maart 1962 Operation Northwoods voorstellen om het communistische regime in Cuba omver te werpen. Operation Northwoods was een samenzweringsplan van de Amerikaanse overheid om zelf terroristische acties onder valse vlag tegen de eigen bevolking te ondernemen. De operatie hield in dat er een “Cubaanse” terroristische terreurcampagne opgezet zou worden door het ministerie van Defensie, waarbij burgers in de VS het slachtoffer moesten worden. De plannen voorzagen in het kapen van vliegtuigen, plannen van bomaanslagen en het planten van vals bewijsmateriaal. Hierna zou de schuld van de terroristische aanslagen toegeschreven worden aan Fidel Castro. Onschuldige mensen zouden in werkelijkheid door de CIA of andere Amerikaanse overheidsdiensten gedood worden als gevolg van het plegen van false flag-aanslagen in Amerikaanse steden. Hiermee kon publieke en internationale steun vergaard worden voor een invasie van Cuba.

Het officieel door de voorzitter Lyman Lemnitzer getekende document van de geheime operatie kan worden ingezien in het National Security Archive in de George Washington University, de Gelman Library, Washington, D.C.. In een letterlijke overgenomen passage uit het officiële document van Operation Northwoods staat het volgende:

“The desired resultant from the execution of this plan would be to place the United States in the apparent position of suffering defensible grievances from a rash and irresponsible government of Cuba and to develop an international image of a Cuban threat to peace in the Western Hemisphere.”

Nadat Kennedy al maatregelen had genomen tegen de CIA, zou hij dit nu weer doen. Hij had persoonlijk het plan verworpen en zou nu in navolging van de CIA de Joint Chiefs of Staff aan gaan pakken. Lemnitzer werd gesommeerd om af te treden als voorzitter. Iets wat ook gebeurde, maar opvallend was dat hij vrij snel na het incident in 1963 de positie betrok als opperbevelhebber van de NAVO. Hij zou zes jaar in die positie dienen. Blijkbaar had hij zich niet in ieders ogen schuldig gemaakt aan landverraad.

Cuba wendde zich tot de Sovjet-Unie voor militaire bijstand door de dreiging vanuit de VS. Niet veel later werd Kennedy daarom in oktober 1962 geconfronteerd met de Cubaanse Raketcrisis, beter bekend als de Cubacrisis. In potentie kon de crisis tot een nucleaire oorlog leiden, maar dit werd op het laatste moment voorkomen. De Russen hadden het plan om raketten op de VS te richten vanuit Cuba. Deze raketten waren al onderweg over zee waardoor de crisis hoog opliep. McNamara adviseerde Kennedy om Cuba te bombarderen wat wellicht tot WOIII zou hebben geleid. Kennedy trok echter zijn eigen plan en bereikte consensus met Chroesjtsjov door politiek overleg dat gecombineerd leek te worden met een soort blufpoker.

De Sovjet-Unie bond uiteindelijk in, maar de VS moest dat ook doen, aangezien de Russen een aantal concessies gedaan kregen met betrekking tot geplaatste raketten in Italië en Turkije. Uit Chroesjtsjovs memoires zou later blijken dat de Russen het compromis redelijk snel hadden aanvaard omdat ze bang waren dat Kennedy anders vervangen zou worden als president. Amerika moest ook de soevereiniteit van Cuba erkennen. Kennedy voldeed hieraan en kreeg de naam “soft on Cuba” te zijn waardoor hij binnen het leger impopulair was. Overigens was het aanzien van Chroesjtsjov in de Sovjet-Unie ook gedaald door de affaire. De twee grootmachten bleven zo in evenwicht zonder in oorlog te raken.

“I would say to the leaders of the Soviet Union, and to their people, that if either of our countries is to be fully secure, we need a much better weapon than the H-bomb–a weapon better than ballistic missiles or nuclear submarines–and that better weapon is peaceful cooperation.

In these and other ways, let us move up the steep and difficult path toward comprehensive disarmament, securing mutual confidence through mutual verification, and building the institutions of peace as we dismantle the engines of war. We must not let failure to agree on all points delay agreements where agreement is possible. And we must not put forward proposals for propaganda purposes.”

John F. Kennedy, toespraak tot de VN, 20 september 1963, een jaar na de Cubacrisis

Naast de problemen met Cuba kreeg Kennedy te maken met de problemen in Vietnam. Na de val van het Franse garnizoen in 1954 werd Vietnam verdeeld in Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam. Het bestaan van Zuid-Vietnam was altijd een onderwerp van controverse geweest. Zuid-Vietnam was het resultaat van Amerikaanse inmenging in de lokale politiek; de Zuid-Vietnamese regering werd door de VS aangestuurd. De Amerikanen zeiden dat ze de democratie in het land bevorderden, hoewel Zuid-Vietnam onder hun leiding totaal geen democratie was. President Ngo Dinh Diem was katholiek, liet zich omringen door Amerikaanse adviseurs en benoemde daarnaast familieleden tot ministers en raadgevers. De communistische Vietcong kreeg echter steeds meer aanhang en wilde Vietnam bevrijden van buitenlandse invloeden. De groep keerde zich tegen Diem en westerse belangen. Eind jaren vijftig trachtte Ngo Dinh Diem landhervorming door te voeren, wat mislukte. Met name onder de boeddhistische bevolking werd het regime van Ngo Dinh Diem steeds impopulairder, die vond dat de president de rooms-katholieken voortrok.

Kennedy leek echter de polarisatie tussen oost en west te willen stoppen. Na de Cubacrisis werd zijn toon een stuk gematigder. Als gevolg kreeg Diem minder steun van Amerika. De Koude Oorlog zou met Kennedys nieuwe houding wellicht tot een einde komen, maar dat was niet het plan van de gevestigde macht. In Vietnam en andere werelddelen zou dan een vreedzame oplossing gevonden kunnen worden, die de bewegingsruimte van de elite om overheden en landen te exploiteren drastisch zou verkleinen. De vreedzame wereld zou voor hen minder leningen, wapenverkopen en bescherming van grondstoffenconcessies betekenen. Daarnaast zou de urgentie verdwijnen om onder het mom van de bevordering van veiligheid nieuwe binnenlandse maatregelen te treffen. Er moest voor de elite daarom altijd een gezamenlijke vijand van het Westen zijn.

“So let us not be blind to our differences, but let us also direct attention to our common interests and the means by which those differences can be resolved. And if we cannot end now our differences, at least we can help make the world safe for diversity. For in the final analysis, our most basic common link is that we all inhabit this small planet. We all breathe the same air. We all cherish our children’s futures. And we are all mortal.”

John F. Kennedy, toespraak tot de American University in Washington DC, 10 juni 1963

Ontevreden officieren, onder leiding van generaal Duong Van Minh van het Zuid-Vietnamese leger, zouden op 1 november 1963 een staatsgreep plegen. De VS liet dit gebeuren. Hierbij kwamen zowel Ngo Dinh Diem als zijn jongere broer, Ngo Dinh Nhu (die het ambt van chef van de veiligheidsdienst bekleedde), om het leven. Het zou de aanzet zijn naar oorlog in Vietnam.

Intussen was de elite bezig met het consolideren en versterken van hun grip op de maatschappij. De CFR en andere Rockefeller-instituten hadden een toenemend aantal politici voortgebracht die de ideologie van een wereldoverheid onder leiding van een door de elite aangestuurde VN propageerde. De dollar was officieel nog steeds aan goud gekoppeld ondanks de toenemende hoeveelheid dollars in omloop en ondanks dat het Amerikaanse volk na 1933 nog steeds geen goud mocht bezitten. Kennedy begon echter voor de elite een steeds groter probleem te vormen.

De groei die nodig is om het systeem van fractioneel bankieren gecombineerd met rente draaiende te houden werd gerealiseerd door de snelle toename van de bevolking na de Tweede Wereldoorlog en lossere voorwaarden voor het leveren van krediet. Het oplopende aantal en grootte van individuele en bedrijfskredieten zorgden naast de oplopende staatsschuld voor een grote toename van de geldhoeveelheid. De cultuur van consumptie op krediet werd langzaam maar zeker de American way.

Kennedy vond de overheid te afhankelijk van de Federal Reserve en begon zich ook hiertegen te verzetten. In 1963 bedacht hij een manier om overheidsgeld uit te geven door Executive Order 11110. In de beleidswijziging die door Kennedy werd ondertekend stond onder andere het volgende:

SECTION 1. Executive Order No. 10289 of September 9, 1951, as amended, is hereby further amended (a) By adding at the end of paragraph 1 thereof the following subparagraph (j):

(j) The authority vested in the President by paragraph (b) of section 43 of the Act of May 12, 1933, as amended (31 U.S.C. 821(b)), to issue silver certificates against any silver bullion, silver, or standard silver dollars in the Treasury not then held for redemption of an outstanding silver certificates, to prescribe the denominations of such silver certificates, and to coin standard silver dollars and subsidiary silver currency for their redemption,’ and (b) By revoking subparagraphs (b) and (c) of paragraph 2 thereof.

SECTION 2. The amendments made by this Order shall not affect any act done, or any right accruing or accrued or any suit or proceeding had or commenced in any civil or criminal cause prior to the date of this Order but all such liabilities shall continue and may be enforced as if said amendments had not been made.

John F. Kennedy,

THE WHITE HOUSE,

June 4, 1963.

Hij wilde dat de Amerikaanse staat eigen geld ging uitgeven, dat als onderpand zilver zou hebben. Het zou een eerste stap zijn in de richting van de verlossing van de macht van de centrale bank. De afhankelijkheid van de politiek ten opzichte van de internationale bankiers zou daarmee afnemen. De elite zal dan ook niet blij geweest zijn met dit initiatief van Kennedy. Als de VS zich zou bevrijden van de centrale bank, dan zou er een voorbeeld gesteld kunnen worden naar Europa en de rest van de wereld, waar de internationale bankenelite dan wellicht ook haar invloed en macht zou gaan verliezen. De overeenkomst van het initiatief van Kennedy met de Greenbacks van Abraham Lincoln was dat de controle op uitgifte van geld gedeeltelijk terug zou komen bij de overheid terwijl het verschil was dat de Greenbacks geen onderpand hadden en de zilvercertificaten en zilveren munten van Kennedy wel.

Een andere overeenkomst met Lincoln was dat Kennedy ook vermoord werd. De beleidswijziging zou blijven bestaan, maar werd na Kennedy’s moord op 22 november 1963 nooit meer actief nagestreefd waardoor de mogelijkheid tot een rentevrije en schuldeloze munteenheid weer in de vergetelheid raakte. Het oude systeem van krediet als geld bleef zodoende de geldende maatstaf. De Fed zag de staatsschuld van de VS, na de dood van Kennedy, drastisch toenemen.

De moord op Kennedy werd in de schoenen geschoven van Lee Harvey Oswald, maar de onmogelijkheden van de aanklacht stapelden zich al snel op. Tijdens zijn arrestatie verklaarde Oswald dat hij een zondebok was. Oswald is nooit veroordeeld voor de moord omdat hij twee dagen na de aanslag op Kennedy zelf werd doodgeschoten door Jack Ruby. Ruby overleed begin 1967 in de gevangenis aan een longziekte. De ware toedracht tot de moord is zo altijd onbekend gebleven en nog altijd wordt er veel over gespeculeerd. Kennedy had veel vijanden gemaakt in de legertop, bij de CIA en bij de internationale bankiers. Lyndon B. Johnson, vicepresident van Amerika, zou na JFK’s dood president worden. Johnson luisterde beter naar de wensen van de elite. Hij was zelf corrupt en werd later beticht opdracht gegeven te hebben voor het plegen van verschillende moorden, waaronder die op zijn eigen zus.

“The Kennedy assassination appears to have been part a campaign of assassinations against a generation of leaders who posed challenges to the entrenched power structure. The death toll included John F. Kennedy, Robert Kennedy, Martin Luther King, Jr. and Malcolm X. Viewed as a whole, these assassinations lead to the conclusion that anyone who promotes serious social reforms geared toward sharing the wealth and power will not be tolerated in a leadership position.”

Lady Bird Johnson, vrouw van Lyndon B. Johnson in haar dagboek over de politieke moorden in de jaren zestig , als gedocumenteerd in “Lady Bird Johnson: Portrait of a First Lady”.

De Warren Commissie, waarvan de leden door vrijmetselaar Johnson benoemd werden, was belast met het onderzoek naar de toedracht van de moord op Kennedy. In deze commissie zaten zeven personen waarvan vier zeer sterke banden met de aristocratische elite hadden:

  • De voorzitter, Earl Warren, was een 33e graad vrijmetselaar, een CFR-lid, en een oud-rechter van het Amerikaanse hooggerechtshof.
  • Allen Welsh Dulles, vrijmetselaar in de 33e graad, CFR-lid, voormalig hoofd van de CIA en Rockefeller Foundation. Door Kennedy ontslagen als CIA-directeur na het Varkensbaai-fiasco, kon desondanks in de commissie plaatsnemen.
  • John J. McCloy, vrijmetselaar van de 33e graad, was voormalig president van de Wereldbank, voormalig voorzitter van de CFR, voormalig voorzitter van de Ford Foundation en voormalig Trustee van de Rockefeller Foundation.
  • Gerald Ford, was 33e graad vrijmetselaar, CFR-lid, en een latere president van Amerika.

J. Edgar Hoover, destijds directeur van de FBI, was ook vrijmetselaar in de 33e graad. De conclusie van de commissie luidde dat Oswald Kennedy had vermoord, en dat hij daarbij alleen had gehandeld. Weinig Amerikanen geloofden de uiteindelijke verklaring van de Warren Commissie. De bevinding van de commissie zou later de geschiedenis ingaan als de Lone Nut Theory. Oswald zou JFK van achteren hebben neergeschoten terwijl op films duidelijk is te zien dat een schot van voren kwam, door de terugslag van JFK’s hoofd. De verklaringen van de autoriteiten omtrent de dood van Kennedy waren dan ook niet meer dan een cover-up.

Een lid van de commissie die grote twijfels bij de getrokken conclusie had, was Hale Boggs. De twee andere commissieleden (senator Sherman Cooper en vrijmetselaar senator Richard Russell) hadden ook twijfels, maar waren daarin minder uitgesproken dan Boggs. Boggs zou later zijn eigen onderzoek naar de werkelijke toedracht van de moord voortzetten. De informatie die de FBI had verstrekt aan de commissie, klopte volgens hem van geen kant.

Op 5 april 1971 had Boggs de FBI en diens directeur J. Edgar Hoover stevig bekritiseerd in een rede tot het Congres, waarin hij stelde dat de FBI-tactieken van Hitlers Gestapo en van de Sovjet-Unie overnam doordat de FBI-congresleden schaduwde en hun telefoons aftapte. Boggs verklaarde ook zelf geschaduwd en afgetapt te worden. Hij maakte in die tijd een grote kans de prestigieuze positie Speaker of the House of Representatives te gaan bekleden. Als dat zou lukken zou er iemand op een belangrijke positie in het Congres komen die er voorstander van was om het onderzoek naar de moord op Kennedy te heropenen. Boggs leven kwam tot een mysterieus einde in 1972. Het militaire vliegtuigje waar Boggs in zat verdween spoorloos van de radar in Alaska. De uitgebreide zoektocht leverde daarna niets op en de vier inzittenden zouden nooit meer gevonden worden.

Aan de toespraak van Boggs, over de FBI’s geheime surveillance van vooral critici van de Warren Commissie, werd in 1975 toch een vervolg gegeven door de Senate Intelligence Committee. Deze commissie stond ook bekend als de Church Committee. De commissie was van mening dat FBI-directeur Hoover niet alleen dossiers aan had laten leggen van leden van de Warren Commissie maar daarnaast ook van stafleden van de commissie. Of deze dossiers aan werden gelegd om betrokkenen te chanteren is nooit vastgesteld.

“Over the postwar years, we have granted to the elite and secret police within our system vast new powers over the lives and liberties of the people. At the request of the trusted and respected heads of those forces, and their appeal to the necessities of national security, we have exempted those grants of power from due accounting and strict surveillance.”

Hale Boggs, in zijn toespraak tot het Congres op 5 april 1971 waar hij de ruil van veiligheid voor vrijheid aan de kaak stelde.

Opmerkelijk is dat maffiabaas Sam Giancana dezelfde vriendin had als John F. Kennedy. Judith Campbell Exner stond begin jaren 60 met beide mannen in contact. Giancana was op dat moment ook in gesprek met Allen W. Dulles (CIA) over de mogelijkheid om Fidel Castro te vermoorden. Giancana had veel contacten in de politieke wereld. De CIA en de georganiseerde misdaad waren vaker samenwerkingsverbanden aangegaan. Kennedy zou met zijn broer Robert, die US Attorney General was, proberen om Giancana achter slot en grendel te krijgen. Ook de georganiseerde misdaad was daarom geen vrienden met Kennedy.

In 1975 zou de Church Committee vaststellen dat Judith Campbell inderdaad met beide heren een relatie had en dat zij tijdens de verkiezingen van 1960 boodschappen overbracht van Giancana naar Kennedy en vice-versa. Campbell zou later vertellen dat de boodschappen details bevatten over het plan om Castro te vermoorden. Door de bevindingen van de commissie werd Giancana voor de commissie gedaagd. Voordat hij kon verschijnen werd hij echter in zijn eigen huis vermoord gevonden met zes kogels rond zijn mond.

John F. Kennedy’s broer, Robert, was minister van Justitie van 1961 tot 1964. Hij had in grote lijnen dezelfde ideeën als zijn broer, was ook populair en zou zich in 1968 kandidaat stellen voor het presidentschap. Tijdens de voorverkiezingen van de Democratische partij zou hij ook vermoord worden. John F. Kennedy’s zoon droeg dezelfde naam als zijn vader en zou samen met zijn vrouw en schoonzus plotseling met hun vliegtuigje uit de lucht vallen, toen zij op weg waren naar een bruiloft. Dit gebeurde in 1999; Kennedy was toen 38 jaar oud. Zo bleek ook Kennedy’s zoon geen lang leven beschoren te zijn.

Boekentip: Revolutie door Schuld

0 0 stemmen
Beoordeel dit artikel

Interessant

Vind je deze informatie goed?
Klik hieronder en deel het op je Socials!
+
Meld je aan op onze gratis PUSH meldingen
Aanmelden
?
+
Volg ons op ons gratis Telegram kanaal
Volg Ons
?
+
Steun ons met een vrijwillige bijdrage
Doneer
?

Robin de Boer

Robin de Boer (1983) heeft Economische Geografie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is sinds juni 2014 werkzaam als hoofdredacteur van NineForNews.
guest

18 Reacties
Oudste
Nieuwste Meeste stemmen
Inline Reacties
Alle reacties zien
weg met ons
weg met ons
5 jaren geleden

Een heel lang artikel, dat ik later zal bestuderen, maar aan de kop te lezen, naadloos aan het artikel over een basisinkomen aansluit.

Of geloven mensen werkelijk dat nu de zionisten, de Bilderbergers, de Rothschilds, die macht over regeringen en het geldsysteem hebben, uit goedtierenheid, liefde en menselijke gevoelens zomaar geld verstrekken aan HUN slaven???

salvar
salvar
5 jaren geleden

In hoeverre creëren wij het probleem dat we zeggen te bestrijden? In hoeverre maken wij een land kapot waarna het gevolg is dat Europa zelf overspoeld wordt met extremisten? Waarom gebeurt dit?

het moet niet zijn wij maar zij en zij zijn de hogere machten en de loopjongens (meisjes) rutte en co
wij (de burger)doen niets wij willen een baan en eten op de plank en als het kan even er tussen uit om bij te komen van de slaven baan.
zij ja zij bekokstoven alles achter de schermen om hun orders weer te krijgen van de elite en wij hebben daar niets mee te maken en zodra we er achter komen is het te laat om nog iets te doen.
op papier bestaan wij en voor de rest zijn we (voor de regering) lucht.
wij (burgers) zijn niet meer bij machte om iets te veranderen of wij hebben er geen zin meer in om tegen windmolens te vechten.
wij zijn in 40 jaar tijd murv gemaakt op een enkeling na dan.
ieder weldenkend mens weet (of hoort dat te weten) of had het kunnen lezen H.G.Wells of de slapende profeet dat het plan was en is om het westen te laten vollopen met culturen dat hier niet werkt om zo tweespalt te zaaien en elkaar lekker naar de strot te vliegen.
als iedereen doordrongen wordt van het feit dat de regering hier aan meewerkt dan heb je al een hoop gewonnen en zijn ze gedwongen om te vertrekken,liefst met pek en veren.

wie weet.

Marduk's Revenge
Marduk's Revenge
5 jaren geleden

Keigoed artikel,

na de dood van Kennedy kunnen enkel skull and bones leden of verwanten president worden in die VS, in de EU moet je langs bilderberg voor je aan de macht kan komen..
Gewone mensen geraken niet in politiek of worden vermoord.
Trumps vader was ook skull and bones lid (interessante info familie Trump en illuminati)

https://lipstick-and-war-crimes.org/donald-trump-drumpf-another-fixed-election/

Alles en iedereen op aarde dat aan de macht is zit in freemason en gaat die 33 satanische graden erin behalen.
En de mens, vooral al die gelovigen AANBIDDEN dit systeem via religie en voeden dat satanisme ..
De rest ligt te gillen op acteurs, popsterren en koningshuizen of op zichzelf via selfies (ik begrijp dit niet, ik aanbid NIEMAND zeker mezelf niet via een virtuele fake wereld )
De mens is zijn eigen ondergang 2% elite domineren 98% mensen regelrecht de miserie in via oorlogen en constante leugens.

Keer op keer lukt het de elite om moeiteloos het volk in te pakken, zie maar naar Q in die VS, die Q weerhoud die Amerikanen van de straat op te gaan met zijn raadseltjes en leugens dat er 1 arrestatie zou gebeuren!

Pascalletje
Pascalletje
5 jaren geleden

Ze moeten het geld afschaffen!!!!

Dan zijn we van al het gezeik af zoals diefstal van alles om je heen en corruptie.

Zo lost alles op in het goede van de wereld.

Back to top button
18
0
We lezen graag je reactie!x