De jacht op Hitler: ‘Die hele Tweede Wereldoorlog was een Vrijmetselaarsoorlog’

Help door deze informatie met jouw kennissen op je social media te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Dit is een vervolg op het eerste deel van ‘De jacht op Hitler’, over het boek ‘Hitlers Diamanten’, dat u niet mag lezen.

DE JACHT OP HITLER

Deel 2. Een vrijmetselaarsoorlog

Door Michiel Solms, lid van het Enigmacollectief.

---Lees verder na dit advertentieblokje---

Zoals gezegd had Hitlers secretaris Bormann de indringende opdracht van Hitler zelf gekregen om te zorgen dat dat uiterst kostbare gecodeerde muziekstuk uit het onder vuur liggende Berlijn zou worden gesmokkeld teneinde het in goede staat bij Franz Xaver Schwarz in München af te leveren. En Schwarz zou dan wel weten wat hem te doen stond.

Blijkbaar was dat onschuldig lijkende muziekstuk zó belangrijk en beladen dat het zelfs nooit op een vluchtende Bormann zelf zou mogen worden aangetroffen.

En dus moet Bormann, uiteraard in afstemming met Hitler zelf, op het briljante idee zijn gekomen dat juist pastoor Otto de ideale en totaal onverdachte koerier zou zijn om het plan te laten slagen. Wat leek immers onschuldiger dan een eerwaarde pastoor met een muziekpartituur in zijn bezit? Niets toch? Einfach die perfekte Tarnung! Pastoor Otto dus als nietsvermoedende koerier voor één van de belangrijkste nazidocumenten uit de geschiedenis. Een document dat volstrekt van Hitlers eigen hand was zoals ons later zou blijken. En we hadden ons nog maar amper verbaasd over de vele Otto’s in Hitlers nazigelederen toen het kwartje viel. Natúúrlijk was er ook nog Otto von Bismarck zelf. De grote Duitse staatsman in Hitlers ogen. Nomen est omen moet Hitler opnieuw gedacht hebben.

Otto von Bismarck die de grondlegger was van het nieuwe Duitse Rijk, die bevorderde dat er een driekeizersverbond kwam tussen Rusland, Duitsland en Oostenrijk in 1872. Bismarck, de politieke Einzelgänger die minder praten voorstond en meer optreden conform zijn zogenaamde Blut und Eisen-politik. Een volstrekt dominante en rechtlijnige staatsman die dan ook de geschiedenisboeken in zou gaan als de ijzeren kanselier. Juist deze Otto, die in 1898 overleed, moet één van Hitlers grootste voorbeelden zijn geweest. En het was dan ook niet voor niks dat juist één van de grootste prestige-slagschepen van de nazi’s, ‘De Bismarck’, door Hitler eervol ook naar zijn eigen overleden broertje Otto was genoemd.

Otto Hitler werd geboren op 17.06.1892 toen Hitler zelf slechts drie jaar oud was. En zes dagen later op 23.06.1892 was Otto alweer overleden. Officieel aan de gevolgen van hydrocefalus, oftewel een waterhoofd. En hetzij door eigen waarnemingen of hetzij door de latere verhalen van Hitlers moeder Klara, of mogelijk zelfs door foto’s, moet alles rondom zijn broertje Otto een onuitwisbare indruk hebben gemaakt op de jonge Hitler. Zeker ook toen hij becijferde dat de 18 plus 92 van Otto’s geboorte- en overlijdensjaar samen opgeteld 110 waren. Oftewel juist de optelling van Adolfs eigen voor- en achternaam (38 is Adolf opgeteld en 72 is Hitler opgeteld).

Hitler moet in heel die tragische gebeurtenis dan ook een zingeving hebben gezien. Een Omen of voorteken van boven voor zijn eigen levensweg. Want juist die getallen 18 (A.H.) en 92 zouden allesbepalend blijken te worden met betrekking tot Hitlers eigen levenseinde. Dat getal 92 zal één van de sleutels blijken te zijn van Hitlers eindbestemming.

Overigens moet ik nu wel vermelden dat het voor diegenen onder u die inmiddels al te afgestompt of gewoon te lui zijn om een paar simpele sommetjes te maken, het nooit zal lukken om Hitler te doorgronden.

Hitlers grote voorbeeld Napoleon stond als vrijmetselaar óók bekend om zijn uitstekende rekenkunst. En gedurende ons 10-jarige onderzoek bleek ook Hitler een wandelende calculator te zijn. De man telde alles op, op zoek naar voorspellende getallen. Grosso modo kan men zeggen: ‘ach die Hitler deed maar wat en zat de hele dag tekenfilms te kijken’ of ‘de man die een half wereldrijk wist op te bouwen had wel degelijk een systeem waarnaar hij consequent handelde’. Dat laatste is dus de waarheid.

Historici zullen kunnen vertellen dat Hitlers favoriete dienstwagen een Mercedes was. Maar niemand zal kunnen, of willen, zeggen wáárom dat dan zo was. In Hitlers optiek volstrekt rechtlijnig; Hitler opgeteld is dus 72 en Mercedes idem dito. Zó maakte hij zijn keuzes. En anders: tel Dönitz maar weer eens op en ook dan wordt weer compleet duidelijk waarom Hitler zo’n vertrouwen in zijn duikbootcommandant had (mensen liegen maar de cijfers niet).

En overigens is dat al eeuwen zo in vrijmetselaarsland waar de ware Rekenmeesters de dienst uitmaken. Niet de cijfers die men op school behaalde zijn leidend voor een glansrijke vrijmetselaars-carrière, maar juist de getallen die vanaf de geboorte onlosmakelijk aan iemands naam verbonden zijn. Het is dan ook niet, wat logisch zou zijn, een verhaal ver-halen of desnoods een verhaal ver-zeggen, maar uitge-REKEN-d een verhaal ver-TELLEN.

Een beetje vrijmetselaar is dus een meester in taal én rekenen. Alleen op zulke doortastende leiders kan het volk REKENEN. En die vrijmetselaars die heel be-REKEN-end zijn rekenen zichzelf op hun beurt dan weer rijk ten koste van allen die niet tot hun gelederen behoren. En met diegenen die niet braaf in de pas lopen, daarmee wordt uiteraard afge-REKEN-d en die krijgen vroeg of laat de REKEN-ing gepresenteerd, REKEN maar!

Zij zijn het die hun schaapjes TELLEN, de schaapjes die zelf geen enkel benul hebben en het rekenen maar al te graag aan anderen overlaten. Zo gaat het spelletje al eeuwen. En de ‘verlichten’ of elite voer er wel bij en het gewone klootjesvolk had nog niet het minste besef dat hun leven zich eigenlijk afspeelt binnen de nauwgezette vaste kaders die al eeuwen geleden bedacht zijn door zeer intelligente maar volstrekt zieke geesten die er alles aan gelegen was om toch vooral hun verworven voorrechten en hoge maatschappelijke posities en natuurlijk de macht te behouden.

Maar goed, ik heb mij voorgenomen om u niet al te veel met cijfertjes te vermoeien en zal ze dus alleen benoemen daar waar ze echt belangrijk zijn om Hitler en zijn keuzes te kunnen begrijpen.

Overigens was die hele Tweede Wereldoorlog dus een Vrijmetselaarsoorlog. Zoals gezegd was ook Napoleon een vrijmetselaar en natuurlijk ook Hitlers grote opponent Winston Churchill en vrijwel elke Amerikaanse president kwam ook voort uit vrijmetselaarskringen. Van oud-president Bush is er zelfs nog die verwerpelijke foto te vinden op het internet waarop hij trots poseert met andere leden van zijn loge ‘Skull and Bones’ die precies hetzelfde logo gebruikten dat nog niet lang daarvoor op elke pet van een SS’er stond en eenieder doodsangst aanjoeg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hitler zat echter in het volstrekt verkeerde en vooral verwerpelijke (katholieke) kamp in hun ogen en moest dus te vuur en te zwaard bestreden worden. Als hij zich bekeerd zou hebben tot het andere vrijmetselaarskamp dan had de wereld er nu totaal anders uitgezien en was men al een stuk verder met het Groot Europeesche Rijk en de totale staatscontrole over het schapenvolk.

Die hele Rammencultus is natuurlijk al terug te voeren tot de bloeiperiode voor de elite, de tijd van de grote farao’s die ook al RAM-ses heetten (en denk in dit verband ook maar eens aan die Pi-RAM-ide op het Amerikaanse 1-dollarbiljet en de MARine, sterke ARM der wet, MARechaussee, de planeet MARs en zo nog heel wat meer zaken waarin ze die Ram hebben weten te verstoppen, zelfs bij de baby’s begint hun tot dan onschuldige leven al met de kennismaking van een RAM-melaar).

Hitler zelf was geboren op de overgang van twee sterrenbeelden (20 april 1889) en schaarde zichzelf daarom, naar het hem uitkwam, zowel onder de Stier alsook de Ram als sterrenbeeld.

Hitler was gedurende de periode 1917 – 1919 niet alleen maar een eenvoudig lid van de vrijmetselaarloge ‘die Thule-Gesellschaft’ die vergaderde in het prestigieuze hotel ‘die Vier Jahreszeiten’ in München en zo’n 1500 zeer vermogende leden telde. Nee, Hitler was hun voorzitter en dat kwam niet alleen door zijn bevlogenheid en redenaarskunsten, maar duidelijk ook weer door zijn naamcijfers. Opgeteld 110 oftewel AA, dé AlfA-Wolf bij uitstek. Hij had gewoon de beste cijfers binnen die loge. En voor diegenen die altijd al graag hebben willen weten hoe het kon dat juist de Wolf Hitler een vegetariër was, tel dat woord dan maar weer eens op, net als Hitler zelf ooit deed, en alles wordt weer volstrekt duidelijk.

De man handelde altijd zeer consequent volgens dat systeem. Hij rekende alles, maar dan ook alles uit, dag en nacht. En uiteraard maakten wij de afgelopen 10 jaar ook vele duizenden berekeningen net zoals Hitler dat deed. Op een gegeven moment snap je dan ook hoe zijn brein werkte. Uiterst rechtlijnig, uiterst consequent en daardoor zelfs voorspelbaar in al zijn keuzes. Een open boek zogezegd als men eenmaal de moeite wil nemen om zijn systeem te begrijpen dat hij altijd en overal toepaste. Wij vonden al dat gereken ook maar doodvermoeiend, maar hadden daarvoor uiteraard een simpele rekenmachine van een paar euro. Maar voor Hitler was het een soort van intellectuele sport of uitdaging geworden, zogenaamde hersengymnastiek. Net zoals anderen graag Sudoku-puzzels oplossen of andere cijferspelletjes om scherp te blijven. Om een echte Rekenmeester te zijn en blijven, om altijd een voordeel op zijn tegenstanders te kunnen hebben en houden.

Meer in deel 3 van ‘De jacht op Hitler’.

…

Lees meer over:
Berlijn Churchill Hitler Tweede Wereldoorlog