De Jonge gaat sneller vaccineren met AstraZeneca: ‘Dit is echt crimineel’

Help anderen door dit met anderen op je socials te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Huisartsen mogen de tweede dosis van het AstraZeneca-vaccin eerder aan mensen tussen de 60 en 65 jaar geven. Ook zorgverleners kunnen de tweede prik eerder krijgen, zegt zorgminister Hugo de Jonge.

Volgens De Jonge gaat het om een groep van ongeveer een miljoen mensen. Hij wil dat iedereen de tweede prik voor de zomer heeft gekregen. De Gezondheidsraad heeft gezegd dat de periode tussen de twee doses terug kan naar vier tot 12 weken.

---Lees verder na dit advertentieblokje---

In een aantal EU-landen, waaronder Oostenrijk, wordt AstraZeneca niet meer gebruikt vanwege de bijwerkingen. Oostenrijk stopt zodra de huidige voorraad op is. Ook Denemarken en Noorwegen stopten met het AstraZeneca-vaccin.

Je mag deze DNA-vectoren niet als vaccins bij mensen toedienen

“We gaan versnellen. We gaan de tijd tussen de eerste en tweede prik met het AstraZeneca-vaccin zoveel mogelijk verkorten,” kondigt De Jonge triomfantelijk aan op social media. “Hierdoor kunnen 60-64-jarigen en zorgmedewerkers eerder hun tweede Astra-prik krijgen en zijn zij sneller volledig gevaccineerd.”

De aankondiging schoot bij Peter Borger, expert op het gebied van moleculaire genetica, in het verkeerde keelgat. “Dit is echt crimineel, Hugo de Jonge. Deze vaccins zijn gebaseerd op adenovirussen. Ze werden als gentherapie ontwikkeld om in het DNA van kankercellen te integreren. Je mag deze DNA-vectoren niet als vaccins bij mensen toedienen,” schrijft hij op Twitter.

Afwijkingen

De AstraZeneca-prik is een vectorvaccin. Dat is een vaccin gemaakt van DNA-virussen, gewoonlijk adenovirussen, waarbij de virulentiegenen zijn verwijderd. Algemeen wordt aangenomen dat adenovirussen onschadelijk zijn voor mensen en hooguit verkoudheid veroorzaken.

DNA-vectorvaccins zouden niet in het genoom integreren, maar toch gebeurt dat, stelt Borger. Na vaccinatie met een DNA-vectorvaccin heeft de ontvanger genetisch aangepaste cellen in zijn of haar lichaam. Ongeveer 1 tot 5 per 1000 cellen, licht hij toe.

Hopelijk worden deze genetisch aangepaste cellen herkend en uitgeschakeld. Als dat niet gebeurt, kunnen er na verloop van tijd onverwachte neurologische en immunologische afwijkingen ontstaan, benadrukt Borger. Hij raadt vaccinatie met een DNA-vectorvaccin dan ook ten zeerste af.

Lees meer over:
AstraZeneca De Jonge DNA Gezondheidsraad Oostenrijk