
Finland staat op het punt geschiedenis te gaan schrijven. De nieuwe Finse regering heeft besloten te gaan experimenteren met het basisinkomen. In het nieuwe regeerakkoord tussen de liberale Centrumpartij, de rechts populistische Partij voor de Finnen en de conservatieve NCP is de proef met een basisinkomen vastgelegd.
Het zal de eerste poging van een Europees land zijn om een onvoorwaardelijk basisinkomen in te voeren. Hoewel het voorstel in eerste instantie werd ingediend tegen armoedebestrijding, hoopt het land dat het zal leiden tot een betere organisatie van de verzorgingsstaat.
Hoge werkloosheid
De meeste Finnen zijn voorstander van het basisinkomen. Uit een recente peiling bleek dat 79 procent van de Finse bevolking achter het voorstel staat. Daarnaast kan 65 procent van de Finse parlementskandidaten zich vinden in het idee.
Vooral jongeren en ouderen zijn voorstander van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Zelfs rijke Finnen staan positief tegenover het voorstel. Alleen de boeren vinden het een slecht idee. De nieuwe Finse premier Juha Sipilä lanceerde in september vorig jaar het plan om regionaal te gaan experimenteren met het basisinkomen in gebieden met een hoge werkloosheid.
Referendum
In andere landen is in het verleden al geëxperimenteerd met het basisinkomen of liggen er voorstellen op tafel om proeven te doen. In Zwitserland wordt in 2016 een referendum gehouden over een basisinkomen van 2080 euro per maand. In de Canadese stad Dauphin werd in de jaren zeventig vier jaar lang een proef gehouden. En in Namibië liep een project dat werd gefinancierd door de Basic Income Grant.
De resultaten van de projecten waren veelbelovend. De hele gemeenschap profiteerde van het experiment, mensen gingen niet minder werken en meer kinderen gingen naar school. Door een gebrekkige organisatie zijn er echter nooit officiële resultaten naar buiten gebracht.
[Vice]
Dat 79% van de bevolking voorstander is… en van het parlement 65%… Dat zegt al hoe het volk vertegenwoordigd is in de regering.
Als de regering een goede vertegenwoordiging is van het volk, dan liggen die waardes dichter bij elkaar.
Hoezo als eerste? Utrecht is eerst!
Positief nieuws! En ach ja, Finland…..
https://www.youtube.com/watch?v=e6ecLjGn7D4
En direct komen de azijnzeikers weer om te zeggen dat we allemaal labbekakken zijn (wat je zegt ben je zelf.. 😉 ) en quid pro quo en arbeit macht frei en geen producten zonder werken etcetera…. 800.000 werkzoekenden, 30.000 échte vacatures dus 750.000 mensen die asperges kunnen gaan steken voor onze grote BoerVriend.
In 1950 kon één arbeider “waarde maken” voor circa drie mensen.
In 1980 kon één arbeider “waarde maken” voor circa vijftien mensen.
In 2014 kon één arbeider “waarde maken” voor circa vijftig mensen.
In 2025 kan één arbeider waarschijnlijk “waarde maken” voor honderd mensen.
Er zijn dus steeds minder werkenden nodig om “de benodigde waarde” te maken om met zijn allen fijn te leven uitgaande van de basisbehoeften.
De verdeling van de waarde is nog grofweg volgens de gedachten van 1950. De extra waarde gaat niet eens naar die ene arbeider (=mens) maar naar het bedrijf waar die arbeider voor werkt. En in dit soort grote bedrijven wordt de meeste “winst” via complexe constructies afgeroomd naar de enkele mens of familie die het bedrijf “in eigendom” heeft waarbij grote groepen aandeelhouders ook met een fooi naar huis worden gestuurd. De constructies zijn zo complex gemaakt dat ook accountantskantoren als KPMG door de bomen het bos niet meer zien en als ze het wel zien dan worden ze “afgekocht”.
Uiteindelijk gaat het mis, een arbeider (mens) is ook degene die de producten koopt van het bedrijf. Het bedrijf blijft met steeds meer producten zitten of gaat minder produceren De tijd dat de prijs naar NUL tendeert omdat aanbod veel groter is als (mogelijke) vraag, is tegenwoordig een utopie. (Adam Smith theorie werkt niet meer in de huidige marktverhoudingen waar “overvloed” steeds meer de tendens is).
De oplossing is om de “waarde” eerlijker te verdelen en dit betekent dat ook de andere 49 mensen meedelen in de waarde die deze ene arbeider (en in 2025 99 mensen). De enkeling die het bedrijf “in eigendom” heeft, zal zich ook moeten houden aan een “sociaal maximum” aan vermogen en inkomen.
Alleen door deze weg in te slaan, komen we in een “betere” wereld waarbij tegenstellingen tussen mensen minder gaan worden.
Nu zie je dat er – bewust of niet – een wig gedreven wordt tussen de steeds kleinere groep werkenden en de steeds grotere groep niet werkenden door het arbeidsethos dat nog afstamt van de vijftiger jaren. Dit leidt tot steeds meer sociale onrust (meer zorgkosten, meer criminaliteit, meer verwarde mensen etcetera).
In een geldloze maatschappij eerlijk delen is een mooie visie maar een haalbare (tussenstap) lijkt met het Onvoorwaardelijke Basis Inkomen (OBI).