
Een prominente computerwetenschapper en professor heeft gezegd dat de kans groot is dat we in een computersimulatie leven.
Rizwan Virk heeft zijn ideeën uitgewerkt in een nieuw boek, getiteld ‘The Simulation Hypothesis’. Hij geeft ook aan hoelang het ongeveer zal duren voordat mensen hun eigen simulatie kunnen maken.
Er zijn volgens Virk verschillende aanwijzingen waaruit we kunnen opmaken dat we waarschijnlijk in een simulatie leven.
Meerdere staten
De eerste aanwijzing is het feit dat een deeltje in meerdere staten tegelijk kan verkeren.
Pas na waarneming weet je in welke staat het verkeert, aldus Virk in gesprek met Vox.
“Waarschijnlijk is de wereld niet echt fysiek, maar gebaseerd op informatie,” zei hij. “Als je de wereld vanuit dat standpunt bekijkt, is het waarschijnlijker dat we in een simulatie leven.”
“Er zijn gewoon heel veel dingen die we niet begrijpen en ik denk dat we in een soort gesimuleerd universum leven,” zei Virk.
Personages
Zie het als een computerspel dat veel verder is dan de games die wij nu maken. Zo zijn World of Warcraft en Fortnite bijvoorbeeld veel verder dan Pac-Man, aldus de professor.
“De kans is groot dat we in een simulatie leven,” zei hij. “We kunnen dat niet met 100 procent zekerheid zeggen, maar er is genoeg bewijs dat in die richting wijst.”
Er zijn volgens hem twee mogelijkheden: we maken onderdeel uit van een kunstmatige intelligentie die op iemands computer draait of we spelen bepaalde personages.
Ieder personage heeft in dat geval zijn of haar eigen missies, legde hij uit.
100 jaar
Volgens Virk moeten we 10 verschillende stadia van technologische ontwikkeling doorlopen voordat we zelf simulaties kunnen maken.
“We bevinden ons nu zo rond stadium vijf,” zei hij, toevoegende dat dit stadium betrekking heeft op virtual reality.
De wetenschapper denkt dat we nog 100 jaar nodig zullen hebben om een eigen computersimulatie te creëren.
professor en ”waarschijnlijk wel”.
LMFAO.
een normaal mens moet keihard werken voor het stink geld.
fff
In principe zijn wij niets meer dan tot materie samengebalde energie.
Dat verklaard de zwaartekracht die ons verhinderd op te stijgen.
Vandaar de wens tot één wording.
Wie ben ik? Ben ik mijn lichaam? Ben ik mijn gedachten? Wie was ik voordat ik mijn naam kreeg? Voordat ik mij ‘bewust’ werd?
Toen ik geboren werd wist ik mijn naam niet. Ik kende mijn ouders niet. Tot ik leerde dat die persoon mama was, en die andere persoon papa was. En daarop volgden alle andere dingen in de wereld. Hoe meer ik de dingen leerde te benoemen, hoe meer namen ik wist, hoe vaster ik in deze wereld kwam te zitten.
Tot ik besefte dat dat allemaal maar namen waren. Benoemingen van de dingen. Waardoor zij vorm en betekenis kregen. En daardoor hun vastheid. En ik besefte dat ik gevangen zit in materie.
Wetenschappers zeggen dat er informatie in een zwart gat verdwijnt.
Dus alle materie is slechts informatie.