
De Amerikaanse psychiater Bruce Greyson onderzocht al meer dan 1000 bijna-doodervaringen (BDE’s).
Jarenlang heeft hij onderzoek gedaan om de betekenis van de bijna-doodervaring te ontrafelen. Zijn werk is in toonaangevende medische tijdschriften gepubliceerd.
Hij deelt de BDE’s in op basis van soorten ervaringen. Hij onderscheidt in zijn studies transcedentale, affectieve, cognitieve en paranormale ervaringen.
Eenwording
Bij transcedentale ervaringen komt men in een buitenaardse of hemelse wereld, ontmoet men buitenaardse wezens, overleden personen of religieuze figuren.
Affectieve ervaringen zijn een gevoel van vrede, eenwording met het heelal, vreugde en opgenomen worden in het licht.
Cognitieve ervaringen zijn het gevoel van universele kennis te hebben, versnelling van tijd en snellere gedachten.
Los van elkaar
In onderstaande video, die is opgenomen tijdens een paneldisussie bij de VN, legt Greyson uit hoe BDE’s kunnen bijdragen aan de kennis over de connectie tussen de geest en het lichaam.
Volgens Greyson, emeritus hoogleraar van de Universiteit van Virginia, moeten geest en lichaam los van elkaar worden gezien.
Hij beschrijft gevallen waarin mensen klinisch dood waren, maar toch alles om zich heen konden waarnemen.
Ontmoedigd
Het kwam tijdens zijn onderzoeken vaak voor dat personen in staat waren om dingen te beschrijven die waren gebeurd op het moment dat ze geen hersenactiviteit vertoonden.
De psychiater merkt op dat het onderzoek naar BDE’s wordt ontmoedigd omdat we de wetenschap op een volstrekt materialistische manier benaderen.
Het feit dat ‘bewustzijn’ niet op een materialistische manier kan worden uitgelegd is voor sommige wetenschappers moeilijk te begrijpen.
Yep its all true, but we have also a multi dimensional soul.
Je kunt je afvragen of de stelling “leven” in leven na de dood wel “leven” is.
De wetenschappelijke definitie van leven;
Leven is een open fysico-chemisch systeem, dat door middel van uitwisseling van energie en materie met zijn omgeving, en dankzij een inwendig metabolisme, in staat is om zich in stand te houden, te groeien, zich voort te planten en zich aan te passen aan veranderingen in de omgeving, zowel op korte (fysiologische en morfologische adaptatie) als op lange termijn (evolutie).
De stelling “leven” na de dood is niet juist en zou eigenlijk “oprijzen na de dood” moeten zijn.
Het wordt pas interessant, wanneer er een dode terug kan l*llen.
Bijna dood is niet dood.
Ik hoop het niet. Ben hierna wel klaar, ik wil niet nog 1000000000000000000000000000000000jaar door.