Toppsychiater: “Link tussen serotonine en depressie is een mythe”

Help ons door dit artikel met vrienden op je social media te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

De link tussen serotonine en depressie is een mythe, zo waarschuwt een toppsychiater. Algemeen wordt aangenomen dat depressie voortkomt uit een laag serotoninegehalte in het brein. Dat is volgens professor David Healy een misvatting. Hij spreekt van ‘de commercialisering van een mythe’. Met andere woorden: verkooppraatjes.

De zogeheten selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s) behoren tot een groep medicijnen die aan het einde van de jaren tachtig populair werden. Toen aan het begin van de jaren tachtig bleek dat kalmeringsmiddelen een verslavende werking hadden, brachten medicijnmakers SSRI’s op de markt voor depressie, hoewel ze minder effectief waren dan de oude antidepressiva.

---Lees verder na dit advertentieblokje---

Ze maakten mensen wijs dat depressie een ziekte was die nauw verband hield met angstgevoelens en dat SSRI’s het serotoninegehalte herstelden. “In de jaren negentig wist niemand of SSRI’s het serotoninegehalte verlaagden of verhoogden en dat is nog steeds zo,” aldus Healy. “Er was geen bewijs dat er tijdens de behandeling iets werd gecorrigeerd.”

Iedereen raakte bij de mythe betrokken, stelt de psychiater. Psychologen, tijdschriften, artsen en patiënten. Hij zet in deze context vraagtekens bij de invloed van artsen en anderen. Ondertussen werden effectievere en goedkopere behandelingen weggedrukt.

“Bepaalde producten die we gebruiken, van computers tot magnetrons, worden jaar in jaar uit verbeterd, maar dat geldt niet voor medicijnen,” legt Healy uit. “Nieuwe behandelingen brengen mogelijk veel geld in het laatje, hoewel ze minder effectief en minder veilig zijn dan de oude medicatie.”

[BMJ]

Lees meer over:
angst depressie psychiater serotonine SSRI