
Er zijn in een ver verleden tot twee keer toe nucleaire ontploffingen geweest op Mars. Dat heeft dr. John E. Brandenburg gezegd tijdens de conferentie AIAA Space 2016 van het American Institute of Aeronautics and Astronautics.
“We hebben bewijs voor twee grote nucleaire explosies op Mars,” zei Brandenburg. “De plekken bevinden zich ten noorden van Cydonia Mensa en Galaxias Chaos.”

Hij voegde toe dat op beide plekken mogelijk archeologische artefacten kunnen worden gevonden. Nieuwe foto’s van het gezicht op Mars (Cydonia Mensa) tonen namelijk ogen, een neus, mond en een helm, aldus de fysicus.
Doelbewuste pogingen
In 2014 werd er voor het eerst aandacht besteed aan de bevindingen van de plasmafysicus. Hij liet weten dat hij zijn werk heeft laten analyseren door het Amerikaanse ministerie van Defensie. Na een half jaar gaf het Pentagon hem toestemming om zijn onderzoek te presenteren tijdens AIAA Space 2016 in Californië.
Tijdens het congres vertelde hij dat de twee nucleaire ontploffingen in de Marsatmosfeer hebben plaatsgevonden en dat het lijkt te gaan om doelbewuste pogingen om al het leven op de rode planeet uit te roeien.
Enorme schokgolven
De ontploffingen waren volgens hem zwaar genoeg om een enorme catastrofe te veroorzaken en het klimaat op Mars drastisch te veranderen. Omdat er geen kraters zijn gevonden, moeten ze in de atmosfeer hebben plaatsgevonden, aldus Brandenburg.
Aangezien zijn werk zorgvuldig is bestudeerd door het Pentagon, lijkt dr. Brandenburg over bewijs te beschikken dat er kernwapens zijn gebruikt op Mars. Isotopen wijzen op twee enorme schokgolven in de noordelijke regio’s op Mars, veroorzaakt door nucleaire wapens.
war in space!!
Ķan met de aarde ook gebeuren.
Als de onderzoeksdata nou ook gepubliceert zou zijn ben ik wel benieuwd wat de basis is voor deze conclusie en welke alternatieve verklaringen er kunnen zijn voor zijn metingen (als daar sprake van is).
Nu vind ik het maar een vaag verhaal.
Dat heb ik gezien aan isotopen.
is voor mij niet genoeg onderbouwing. en de toestemming om te publiceren zegt niets over de kwaliteit of bewijsvoering achter het onderzoek.
Van 10.000 km hoogte een gezicht van normale afmetingen herkennen lijkt mij sterk