Nederlandse betaalde voetbal gefinancierd door SS’ers en NSB’ers

Help mee door deze informatie met je vrienden op je social netwerk te delen!

Er is helaas geen gesproken versie van dit artikel beschikbaar

Het betaalde voetbal in Nederland is gefinancierd door mensen met een verleden bij de NSB en de SS. Dat staat in het boek In de schaduw van de bal van historicus Gerrit Valk. De successen die Ajax in de jaren zeventig heeft behaald zijn aan deze mensen te danken.

Voor de introductie van het betaalde voetbal in Nederland in 1954 werden spelers die zich lieten betalen voor het leven geschorst door de KNVB. Alleen amateurs mochten op de voetbalvelden spelen. Begin jaren vijftig verkasten de beste spelers naar landen als Spanje en Italië om daar als professional verder te gaan. Alleen Abe Lenstra bleef achter in ons kikkerlandje.

---Lees verder na dit advertentieblokje---

In de zomer van 1954 besloot de KNVB definitief mee te werken aan de opzet van professioneel voetbal in Nederland. Valk heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar deze periode. Hij kwam erachter dat sommige collaborateurs uit de Tweede Wereldoorlog via de nieuwe professionele voetbalclubs hun maatschappelijke positie hebben herwonnen. Ex-SS’er Léon Melchior kreeg in 2003 bijvoorbeeld het Ereteken van Verdienste van de stad Maastricht.

IJsbrand Kroonenburg was een belangrijke geldschieter voor Alkmaar ’54 (AZ). Tien jaar daarvoor was hij nog groepsleider van de NSB in Heiloo. Scheveningen Holland Sport kende volgens Valk zelfs drie bestuursleden met een zwaar oorlogsverleden: Theo Fehling, Jan Steenbeek en Jan van den Bosch.

Bij Ajax vervulden oud-NSB’ers een belangrijke rol. Valk noemt het voorbeeld van Freek en Wim van der Meijden, alias de bunkerbouwers. Hun aannemingsbedrijf verdiende tijdens de oorlog miljoenen met de aanleg van verdedigingswerken zoals bunkers, geschutsstellingen, barakken en kazernes. Bij Ajax speelde het tweetal op de achtergrond een rol als geldschieter.

Door de handel met de nazi’s zette de firma bijna 8 miljoen gulden om. Het bedrijf was eigenlijk in handen van Freek van der Meijden senior, een NSB’er die al werk voor de Wehrmacht had verricht nog voordat hij zijn eigen bedrijf had.

Niet iedereen was blij met het NSB-geld. De ledenraad vond het niet gepast dat mensen met zo’n dubieus verleden lid waren van de club. De bunkerbouwers begonnen achter de schermen steeds meer aan de touwtjes te trekken door bestuurders, spelers en andere leden te fêteren.

Valk vraagt ook aandacht voor Cor Coster, de schoonvader van Johan Cruijff. Eind jaren tachtig kwamen er verhalen over zijn oorlogsverleden naar buiten. Hij werkte in de oorlog in een kamp in Letland in het uniform van een SS-frontarbeider.

De schrijver doet in zijn boek verslag van de duistere kanten van het Nederlandse profvoetbal, zoals infiltratie door criminelen en omkoping. Zo probeerde Willem Holleeder ooit FC Haarlem in handen te krijgen en was een vroegere voorzitter van FC Volendam expert in het witwassen van drugsgeld voor onder meer Klaas Bruinsma.

De vermoorde voorzitter van het Amsterdamse Türkiyemspor was een topfiguur in de heroïnemaffia. Een Schiedamse voetbalclub kreeg in de volksmond de bijnaam FC Hasj, omdat de vereniging meerdere keren financieel werd geholpen door hasjhandelaar Cock Steenbergen. Zijn collega drugsbaron Frank van Geel kocht in 2000 het jeugdinternaat van PSV.

Lees meer over:
Abe Lenstra Ajax KNVB maffia NSB profvoetbal SS Wehrmacht