
In de jaren zeventig werd een Britse huisvrouw beroemd met muziek die ze naar eigen zeggen had doorgekregen van de geesten van beroemde overleden componisten.
Sommige experts waren er indertijd van overtuigd dat ze de waarheid sprak. De vrouw, Rosemary Brown, zei onder meer les te hebben gekregen van Franz Liszt (1811-1886), Ludwig van Beethoven, Fryderyk Chopin, Claude Debussy, J.S. Bach (die ze intimiderend vond) en Franz Schubert.
Zelfs sceptici geven toe dat de muziek van Brown buitengewoon is. Brown zou slechts enkele jaren pianoles hebben gehad, hoewel ze later zou hebben toegegeven dat ze uit een muzikale familie kwam.
Elene Gusch schreef in een artikel getiteld ‘The Music of Rosemary Brown From a Pianist’s Perspective’: “Het zou zelfs voor een getalenteerde en goed getrainde componist moeilijk zijn geweest om al deze stukken te produceren, helemaal met de snelheid waarmee zij dat deed.”
Pianist en Chopin-expert Peter Katin was onder de indruk van het werk van Brown dat volgens haar was doorgegeven door Chopin. De Britse componist Humphrey Searle publiceerde een essay waarin hij wees op de overeenkomsten tussen de composities van Liszt en de muziekwerken die Brown van hem zou hebben doorgekregen.
Eén van haar meest gewaardeerde stukken was ‘Grübelei’ (Meditatie). Dit stuk zou ook zijn doorgegeven door Liszt. Brown weigerde vaak te bewijzen dat ze een medium was omdat ze haar vermogens naar eigen zeggen niet kon beheersen. Ze zei dat je niet even op een knop kunt drukken om ze te bellen.
De BBC wilde in 1969 vastleggen op film hoe ze muziek doorkreeg. Terwijl de camera’s draaiden zei ze tegen Liszt: “Geef me iets spectaculairs!” Liszt gaf een briljant stuk door dat te complex was voor haar. Ze liet het spelen door een aanwezige pianist. Volgens Gusch zei de pianist: “Mevrouw Brown, ik denk dat u hier iets heeft.” Het was ‘Grübelei’.
Toch mooi dat er in het heelal niets verloren gaat.
De negatieve mensen zullen misschien naar een lager niveau zakken (reïncarneren als een Ebola virus). De vraag is, wie heeft die negatieve mensen dan tot het niveau van het menszijn gebracht? Beseften zij de nadelige gevolgen?
Als boek was dit uitgekomen bij uitgeverij Strengholt onder de Titel “Gisteren sprak ik met Beethoven”. Al in 1976 …. Misschien nog in het een of ander Antiquariaat verkrijgbaar?