
Albert Einstein kwam in de jaren dertig met een alternatief voor de oerknaltheorie. Hij stelde dat het universum gestaag en oneindig is uitgedijd en niet het gevolg is van een geweldige explosie uit een oeratoom. Een manuscript waarin hij de theorie heeft uitgewerkt werd tientallen jaren bewaard in de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, maar pas recentelijk ontdekt.
Het manuscript is naar verluidt geschreven tijdens een reis naar Californië in 1931. Einstein schreef over het ontstaan van het heelal: “Om de dichtheid constant te laten blijven moeten er continu nieuwe deeltjes worden gevormd.” Vele jaren keek niemand om naar het manuscript, hoewel het gewoon op internet beschikbaar was.
Historicus Simon Mitton van de Universiteit van Cambridge was geschokt toen hij besefte waar het manuscript over ging. Volgens Mitton laat Einstein zien dat de Britse astrofysicus Fred Hoyle, die 20 jaar later een soortgelijke theorie opstelde, niet zo radicaal was als altijd werd gedacht. “Deze vondst bevestigt dat Hoyle niet gek was.”

Hoyle beweerde dat de ruimte oneindig kon blijven uitdijen, waarbij deeltjes uit het niets in de ruimte werden gevormd. Zijn theorie werd uiteindelijk verworpen, maar wellicht hadden meer mensen hem serieus genomen als ze hadden geweten dat Einstein al met hetzelfde idee speelde. Onderzoekers zagen het manuscript van Einstein als een kladje naar aanleiding van een nieuw idee waar hij al snel geen aandacht meer aan schonk.
Hoewel Einstein de theorie verder niet heeft uitgewerkt, laat het manuscript zien dat hij niet volledig was overtuigd van de Big Bang. “Wat het [manuscript] laat zien is dat Einstein, alhoewel hij de uitdijing van de ruimte accepteerde, niet blij was met een universum dat door de tijd heen verandert,” zei historicus Helge Kragh van de Universiteit van Aarhus in Denemarken.
bron: International Business Times, Discover
De traditionele theorie over de uitdijing van het helaal gaat mank. Op micro niveau is van uitdijing al helemaal geen sprake. Het is nog niet zo lang geleden dat wetenschappers stelden dat ook op moleculair niveau sprake is van dezelfde uitdijing als in het universum.
De suggestie wordt een beetje gewekt alsof de Steady-state-theorie van Hoyle “niet werd geloofd” omdat hij voor gek werd versleten. De werkelijkheid was een beetje anders. Hoyle’s alternatieve verklaring voor de door Hubble waargenomen uitdijing werd tot midden jaren ’60 door een aanzienlijke minderheid van astronomen aangehangen. De theorie is pas definitief verlaten toen de waarnemingen van de achtergrondstraling, de verhouding tussen de lichte elementen en de tijd-ruimtelijke verdeling van quasars allemaal wezen in de richting van een hete oerknal.
volgens mijn bescheiden mening kunnen we daar nooit achterkomen, het is allemaal véél te complex en de mogelijkheden zijn zoals tijd en ruimte eindeloos…