
Tijdens de laatste Sovjetmissie naar de maan, Luna-24, is waterrijk gesteente uit de maanbodem meegenomen naar de aarde. Het Westen negeerde de ontdekking.
Inmiddelijk is duidelijk dat er water is op de maan. Het begon met de Clementine-missie in 1994.
Clementine zocht naar water door radiogolven tegen het maanoppervlak te laten botsen. Uit een analyse van de gegevens bleek dat zich onder de grond waterijs moest bevinden.
Chandrayaan-1
Daarna vond de Lunar Prospector tekenen van water door de hoeveelheid neutronen te meten die worden uitgezonden door het oppervlak. Neutronen worden door water geabsorbeerd.
Op weg naar Jupiter ontdekte Galileo bewijs voor het bestaan van water op de maan en in 2009 vond het Indiase ruimteschip Chandrayaan-1 met behulp van een infraroodcamera bewijs voor water in maangesteente.
Volgens NASA-wetenschappers waren de maanstenen die astronauten hadden verzameld tijdens het Apolloprogramma besmet, aldus Arlin Crotts van de Columbia-universiteit in New York. Aangenomen werd dat al het water dat was aangetroffen in het gesteente van de aarde afkomstig moest zijn.
Luna-24
Daarnaast werd vastgesteld dat de kanalen op de maan die door eerdere ruimteschepen waren vastgelegd moesten zijn gevormd door lava in plaats van water. Men nam vervolgens aan dat de maan droog was.
De Sovjets dachten daar anders over. Crotts heeft bewijs gevonden dat ze in de jaren zeventig water hebben gevonden in maanstenen.
In augustus 1976 landde Luna-24 op de maan en boorde daar tot twee meter diep in de bodem. In totaal werd 300 gram gesteente verzameld en teruggevlogen naar de aarde.
0,1 procent
Een team wetenschappers analyseerde de monsters en trof water aan in het gesteente. Ze concludeerden dat 0,1 procent van de monsters bestond uit water. In 1978 werden de resultaten gepubliceerd in het Russische tijdschrift Geokhimiia. Er is ook een Engelstalige versie van het tijdschrift, maar die wordt in het Westen weinig gelezen.
Volgens Crott is het werk in de vergetelheid geraakt. Geen enkele auteur citeerde de publicatie. Verschillende wetenschappers, waaronder Nobelprijswinnaar Harold Urey, voorspelden in de jaren vijftig dat in kraters bij de polen van de maan waterijs zou worden gevonden.
Bron: Technologyreview.com
Gerelateerd:
- Wetenschappers: ‘ei’ bewijs voor leven op Mars
- Viking-sondes vonden in 1976 leven op Mars
- Russische wetenschapper: Leven gevonden op Venus
- Maan bevat mogelijk evenveel water als Aarde
- Celestial: we nemen je mee terug naar de maan (video)
Piloten maken melding van grote vierkante UFO’s boven Engeland. Lees hun verbaasde reactie
Arts op Museumplein: ‘Onze vrijheid van meningsuiting staat onder grote druk’
‘Ongelofelijk’: Terwijl alles duurder wordt, wil deze gemeente het gemeentehuis ‘verduurzamen’ voor 1,3 miljoen euro
Vooraanstaande hartchirurg ontdekt echte reden achter hartziekte. Big Pharma wil niet dat u dit weet
Buitenhof en coronavirus tonen hoe leugen en bedrog bij de publieke omroep hand in hand gaan
“Gratis geld is effectief tegen armoede”
Ongeloof na exitpoll: ‘Wat worden we voor de gek gehouden’
Jonge arts spreekt zich uit: ‘Er is geen killervirus. Echt niet. Dat is er gewoon niet’
‘Regering, RIVM en media moeten vervolgd worden voor dood door schuld’