
Het Zweedse koninklijke paleis Drottningholm wordt niet alleen bewoond door koning Carl XVI Gustaf en koningin Silvia. Volgens de vorstin spookt het namelijk in het slot.
“Deze plek barst van de geschiedenis. Er zijn hier kleine vrienden, geesten,” onthulde ze in een documentaire die is uitgezonden door de Zweedse publieke omroep SVT.
Bang is de 73-jarige koningin niet. Volgens haar zijn de geesten niet kwaadaardig. “Ze zijn vriendelijk. Soms voel je dat je niet helemaal alleen bent.”
Natuurlijk
Prinses Christina, de oudere zus van de koning en Silvia’s schoonzus, bevestigt de aanwezigheid van geesten in het paleis.
“Natuurlijk spookt het in het paleis. Er zijn geesten in alle oude huizen,” zei ze in het programma.
“Er is zo veel energie in dit huis,” vervolgde ze. “Het zou vreemd zijn als het geen gedaantes zouden zijn.”
Engelen
Drottningholm werd in de 16e eeuw gebouwd in opdracht van de toenmalige koning Johan III. Sinds 1991 staat het gebouw op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Het is niet de eerste keer dat een lid van een Scandinavisch koningshuis aangeeft in bovennatuurlijke krachten of verschijningen te geloven.
In 2007 zei de Noorse prinses Märtha Louise dat ze van kinds af aan weet dat ze helderziend is. Ook zei ze dat ze kan communiceren met engelen.
Kan deze mw. aan de geesten vragen wanneer ze hun geld en rijkdom moeten wegschenken.?
Er is een enorm cultuurverschil in dat wat de mensen in Scandinavië heel normaal vinden.
Wij Nederlanders zijn inmiddels allang beroofd van onze dromen , hopen en gevoelens buiten ons eigen lichaam.
Door positivistische wetenschap,die in dezelfde adem alles wat niet te bewijzen is van tafel veegt en bagataliseert voelen mensen zich niet geroepen nog langer in bijzondere dingen te geloven.
Door auteurs als Dick Swaab met “wij zijn ons brein” is een groot deel gevangen geraakt in de fabrieksmatigheid van zijn eigen hoofd,terwijl er zoveel meer dan ons grijze papje alleen is.
Spoken ? Misschien staan er teveel spiegels in het paleis.
Mensen die dit soort berichten belachelijk maken blijken vaak zelf erg bang voor het fenomeen te zijn.