
De Amerikaanse multinational Cargill heeft van landbouw een wereldwijde industrie gemaakt. Daar kleeft ook een keerzijde aan, zo blijkt uit een uitzending van Zembla.
Franse journalisten reizen af naar de Verenigde Staten en Brazilië. In het Amazonegebied worden kleine boeren één voor één uitgekocht door grootgrondbezitters, maar ook landroof is er een groot probleem.
“In het Amazonegebied is soja het gewas van de dood,” zegt gemeenteraadslid Ivete Bastos. “Dan heb ik het over Cargill en over soja.”
Bastos is één van de weinigen die zich over de kwestie durft uit te spreken. Ze wordt vanwege bedreigingen continu beveiligd. Cargill exporteert ieder jaar 2,5 miljoen ton soja uit Brazilië om er biobrandstof en veevoer van te maken.
Bij het inladen van de soja komen stofwolken vrij die tot gezondheidsklachten leiden. “Ze hebben geen respect voor de inwoners,” zegt officier van justitie F. Pontes.
In twee Braziliaanse staten werd in 20 jaar tijd een bosgebied ter grootte van Duitsland gekapt of in de as gelegd, waardoor het leefgebied van de indianen is verwoest. Hoewel Cargill zegt duurzame soja te produceren, blijkt het miljardenbedrijf zaken te doen met boeren die zijn beboet wegens ontbossing.
In de VS heeft Cargill een megastal waar duizenden varkens in staan. Volgens geoloog J. van Brahana vormt de stal een bedreiging voor het nabijgelegen natuurgebied.
Kijk de hele uitzending ‘Cargill: eten met een bijsmaak’ hier terug.
[VARA]